De weg was lang en bochtig. Ik wist dat aan beide kanten veenmeren en brede vaarten waren. Het licht van mijn koplampen verdween regelmatig in de berm met het signaal, dat enig bijsturen gewenst was. Borden, die waarschuwden voor overstekend wild, stonden om de 3 km ter afwisseling van de tientallen, driehoekige reflectoren langs de weg, die wild juist waarschuwden voor overstekende auto’s. Ik neuriede: dapdapdiedapdap, mijn begin van Save the last dance for me. Later kwamen de klanken van de andere 4 bigbands in mij op. De bekende nummers dan natuurlijk. Maar dat was een minderheid van het repertoire dat gespeeld werd (voor mij althans). Allerlei ritmes waren aan mij voorbijgegaan en allerlei bewerkte songs had ik beluisterd. Wat een verschillen in interpretatie! Wat een verschillen in energieniveaus! En meestal toch verrassend voor de luisteraar. Ik was een beetje moe. De adrenaline in het bloed was aan het eind van de avond voor het grootste deel verdwenen en ruim 3 uur bigband in je oren is niet bevorderlijk voor ontspanning. Tel daarbij op, dat, mocht je willen communiceren, je alleen schreeuwend je gesprekspartner kon bereiken, dan begrijp je, dat het gezegde: “moe en voldaan keerde hij huiswaarts” op mij van toepassing was. Vijf bigbands in zo’n korte tijd is wat veel, besloot ik voor mijzelf. “In den Beschränkung zeigt sich der Meister”. Drie bands was voor mij genoeg geweest. Natuurlijk had dan het “talrijke” publiek wat minder waar gehad voor zijn geld (de toegang was vrij, dus kwam er niemand…), maar OK, dat moest dan maar.
Dick