BigBand Coevorden
  • Home
  • De Bigband
    • Huidige bezetting
    • Mag ik meedoen?
  • Waar en wanneer?
  • Vacatures
  • Contact
  • Bandleden Only

Aflevering 4, 4e jrg.

27/9/2012

 
Foto
Noord-Sleen, 26-09-2012

Beste Johan,

In je laatste brief had je het over Herman Brood en zijn bigband-versie van Saterday Night. Daar is een Nederlandse vertaling van gemaakt door Harm Dijkstra en dat is door hem diverse keren uitgevoerd. De solo daarin heb ik een paar keer mogen spelen. Een vreselijke improvisatie. Waarschijnlijk geschreven door een niet-jazzmusicus. Wat ik ook probeerde, ik kreeg de swing er niet in. Dat kan natuurlijk ook aan mij gelegen hebben…. Ik geloof, dat muziek pas echt gaat swingen, als je het thema, goed in je hoofd hebt zitten en in staat bent op elk moment in elke maat terug te keren naar de oorspronkelijke melodie. Dan ben je los van de bladmuziek en kun je je concentreren op de emotie in de muziek. Zelf probeer ik bij mijn improvisaties de songs steeds weer te spelen om dan heel voorzichtig, maat voor maat, de improvisatie te ontwikkelen. Hoe doe jij dat? Bij mij werkt deze methode redelijk. Ze vraagt wel veel oefenen. Daarnaast maakt deze werkwijze, dat je bepaalde versieringen zo in je vingers hebt zitten, dat je die er haast niet meer uitkrijgt. Vorige week was ik met Jans samen aanwezig bij de oprichting van een nieuwe band: The Blue Goose Revivalband. Tot mijn vreugde werd als eerste het nummer “You Took Advantage Of Me” uitgedeeld. Die evergreen speel ik thuis vaak: vrolijk, ongecompliceerd en een helder akkoordenschema. Maar bij het oefenen van de tenorpartij, merkte ik, dat mijn vingers iets anders wilden, dan mijn ogen doorgaven. Afleren is moeilijker dan aanleren…


Foto
De Blue Goose Revivalband gaat oude jazz spelen uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Het is de muziek die je vaak onder stomme films hoort spelen. Slapstickachtige effecten met trommeltjes en bekkens, een bas-tuba. Leuke muziek, dat wel. Maar jazzy??? Je hoort in die muziek duidelijk de invloeden van klassieke opvattingen over arrangementen. Improvisaties zijn zeldzaam en de “swing” is een andere swing, dan in een bigband. Het is meer vrolijke of romantische dansmuziek, dan een opzwepende en overweldigende muzikale ervaring. En of dat op den duur nog leuk is om te spelen, zal zich uitwijzen. Ik houd wel van de variatie van onze eigen bigbandmuziek. Neem nu de nieuwe nummers. My Funny Valentine is een klassieker, die zowel instrumentaal als gezongen grote successen heeft laten boeken door bijvoorbeeld Chet Baker, Miles Davis, onze eigen Rita Reys (voor de senioren) en Fay Claassen (voor de bijna senioren), enz, enz, enz.. Daarnaast is er een nummer met de feestelijke naam Salsa Nueva en dat klinkt zoals de naam doet vermoeden: latin. En tot slot is Street Life toegevoegd aan ons repertoire. Ik kende dat nummer niet en dat leverde dus hoongelach op in de band. Het schijnt een heel bekend nummer te zijn. Nou ja, nu ken ik het ook en ik moet zeggen: het is een heerlijk nummer om te spelen. Als je deze nummers vergelijkt met het jazzrepertoire van de bands uit de twintiger jaren van de vorige eeuw hoor je het verschil wel. Luister eens naar Lew Stone, of Paul Whiteman.

Tot spoedig,

Dick


Aflevering 3, jrg. 4

20/9/2012

 
Foto
Hard werken

Beste Dick,

Geroesemoes tijdens een klassiek orkest? Nee, dat is not done. Not done. Wat is nu precies not done. Er zijn best veel ongeschreven regels waar we ons aan ‘moeten’ houden. En waarom eigenlijk. Omdat het zo hoort. Maar als je iets doet wat niet zo hoort. Ben je dan niet op ontdekkingsreis. En ontdek je dan niet hele mooie dingen in de wereld of juist iets over jezelf? Soms best wel wat werk maar dan heb je ook wat. Dat geldt niet voor alles natuurlijk.

Weet je, ooit ben ik eens de zaal uitgelopen bij een klassiek concert. Dat is natuurlijk not done. Precies zoals je beschreef. Er mag een kuchje zijn tussendoor. Maar dat is zo’n beetje alles. Wat ik daar heel irritant aan vind, is de verplichte ovatie – een ovatie is altijd staand. Spreken over een “staande ovatie” is een pleonasme -  aan het eind van de voorstelling. Of het nu goed is of slecht, het publiek gaat staan en juichen. Nee, dan liever jazz. Is het mooi of speelt iemand goed? Dan applaudisseren we. En inderdaad met een drankje (of meer) in de hand.



Het optreden waar ik weggelopen was, was trouwens een uitvoering van het pianoconcert van Gershwin. Je hoort de kruising tussen klassiek (romantiek) en jazz in het stuk. De pianist moet heel wat werk verzetten om dit goed te spelen.

Toen ik het live hoorde, was de jazz heel ver te zoeken. Terwijl je juist zo mooi de twee stijlen kunt mixen in het nummer. Maar ach, dat is lang geleden. Maar zo zie je wel dat er meer cross-overs zijn dan alleen jazz en folk, zoals wij op 9 februari laten horen. Zelf vond ik het album van Herman Brood met big band ontzettend mooi. Van rock naar swing. Heerlijk. Volgens mij gebeurt het vaker dan we denken. Veel meer stijlen die in elkaar overlopen.

Sowieso vind ik het leuk als verschillen bij elkaar komen. Of dat nu muziekstijlen zijn, of mensen die ogenschijnlijk niets delen. Zoals afgelopen zaterdag. Veel bezoekers waren er niet en we hadden best wel langer mogen spelen, maar het leuke van zo’n evenement is wel dat een heleboel (nou ja, een aantal) mensen zich verzamelen vanuit verschillende ideeën om samen zoiets ongrijpbaars als cultuur te beleven. De cultuur in dit gedeelte van het land heeft wel-is-waar een hoog “doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg” en “de kat uit de boom kijken” gehalte, maar dat betekent tegelijkertijd dat degenen die naar je komen kijken en luisteren oprecht geïnteresseerd zijn.

“Niet lullen maar poetsen” is ook zo’n ding dat bij Zuidoost Drenthe hoort. Hard werken! Ik doe er lustig aan mee. Soms zelfs iets te enthousiast. En dat resulteert dan ook weer in die hoge noten die nog nauwelijks te horen zijn en de arrangeur nooit zo bedoeld heeft. Maar, mijn god, wat is dat leuk om te doen!

Hard werken. Muziek maken. Arrangeren. Dat is niet hard werken. Dat is leuk. Dat is een hobby. Alhoewel ik me wel afvraag of alle beroepsmuzikanten het nog als plezier kunnen ervaren. Zo’n man als Wouter Hamel moet wel elke dag het land door crossen om ergens weer een paar nummers (steeds dezelfde) te zingen. Is het dan nog leuk?  Nu je het zo zegt, we zouden best wel eens Wouter Hamel kunnen uitnodigen. Ik heb inmiddels twee optredens van hem mee mogen maken. Eenmaal in het theater en een keer samen met JazzArt Orchestra in Zwolle. En hij kan best zingen. Dus wat dat betreft.

Maar laten we eerst maar eens een optreden in november en ons gezamenlijke optreden met Porterhouse voorbereiden. Oh, en het koper aanvullen tot een volledige bigband bezetting. En donateurs en sponsoren zoeken. En organiseren van optredens en…

Dat wordt nog best hard werken.

Groet,

Johan

Aflevering 2, jrg. 4

11/9/2012

 
Foto
Een goed begin

Beste Johan,

Met veel belangstelling heb ik je brief (zie hieronder) gelezen. Inderdaad, het schrijven van een column of een blog is zwoegen. Als dan ook nog de inspiratie ontbreekt wordt het dubbel hard werken. Over hard werken hoef ik jou natuurlijk niets te vertellen. Jij stuwt je energie graag op tot grote hoogten. Bij ons laatste optreden op 8 september j.l. meende ik zelfs noten te horen, die niet waren ontleend aan de partituur en je moet je afvragen of de arrangeur dit bedoelde. Ik vond het in ieder geval prachtig. Zeker omdat ik heb opgemerkt, dat naarmate de tonen uit een trompet geperst hoger zijn, het volume afneemt tot tenslotte een zwak gegorgel in het buizenstelsel overblijft. Vond jij het optreden in Dalen ook zo ontspannen? Er was veel publiek en het enthousiasme was groot. En het meest bijzondere: een groot deel van het publiek luisterde: het wijnglas in de linkerhand (om de rechter vrij te houden voor het schudden van handen van toevallig aanwezige notabelen), het gelegenheidstasje in de kleuren van het casual pakje en de colberts open om een begin (wat zeg ik?) van een buikje discreet te camoufleren. Ik heb dat allemaal goed kunnen observeren, omdat wij het begin en het einde vormde van de culturele middag en wij daartussen meer dan voldoende tijd hadden om ons te verpozen.

Het is een vreemde zaak met jazz. Probeer je eens voor te stellen hoe je een optreden van een jazzcombo bijwoont en vervolgens hoe je een uitvoering van een klassiek ensemble ondergaat. Bij jazz hoort geroezemoes en gelach, de lucht van bier en wijn en misschien een stiekem opgestoken sigaret. Bij Klassiek hoort stilte, georganiseerd applaus, ingehouden gekuch tussen de verschillende delen. Dalen paste ons wel. Richard speelde gepassioneerd zijn solo (Don’t Stop, dat deed ie ook niet) en ik lette even niet op en speelde een fis (die Gerard ogenblikkelijk hoorde, waarna hij onmiddellijk en luisterend met zijn goede oor  op zoek ging naar de dader – ik beken!). Ik zal mij zaterdag minder laten afleiden en proberen te spelen wat er staat. Zaterdag spelen we op straat, dus met een zeer gemêleerd publiek. Dan verwacht ik geen geroezemoes. Hooguit een voorzichtig gejuich en een passend applaus van de aan de voet van het podium verzamelde familieleden en vrienden. Heb je genoteerd, dat we om 13.00 op de Markt in Coevorden spelen? Om samen met vele anderen het culturele seizoen in Coevorden te openen?


Foto
In dat seizoen komen wij ook in het Hofpoorttheater, samen met Porterhouse, een groep, waarvan we vroeger – en misschien ook nu nog – zouden zeggen dat ze folkmuziek speelden. Daar verheug ik mij wel op. Ik houd van folk en het experiment om die muziek te arrangeren voor een bigband vind ik spannend en gewaagd. Daar heb je zonder twijfel veel werk aan, Johan!

Ik denk dat er zaterdag veel mensen op de been zullen zijn en misschien grijpen trompettisten en trombonisten de kans wel aan om dan even stiekem en anoniem te komen luisteren. Dat is mooi, zeker als zij zich de dinsdag daarop melden om deel te nemen aan de bigband.

Johan, er staat veel te doen voor ons dit jaar. Ik denk aan het zoeken van sponsoren, het werven van donateurs, het plannen en organiseren van uitvoeringen, het schrijven van arrangementen (jij schrijft dan en ik praat er over…) en nog veel meer.  Misschen kunnen wij dan ook een keer Wouter Hamel uitnodigen…

Groet,


Dick


Aflevering 1, jrg. 4

10/9/2012

 
Inspiratie


Beste Dick,

Aflevering 36, jaargang 3. Dat stond bij je laatste column van het afgelopen seizoen. Grappig trouwens dat de link naar je laatste column zegt dat het aflevering 35 van jaargang 31 is. Maar dat terzijde.

Bij die column vroeg ik me weer af – zoals ik me eigenlijk bij al je columns afvraag – waar jij je inspiratie voor dat schrijven vandaan haalt. Heet het eigenlijk wel een column? Of moet ik zeggen blog? Ik weet eerlijk gezegd niet of er echt een verschil is tussen die twee. Volgens Wikipedia is een blog of weblog een persoonlijk dagboek op internet, maar ook in blogs zie ik stukken verschijnen met een inleiding, uiteenzetting en punchline. Dat is dan toch ook een soort column? Aan de andere kant lees ik ook columns in de Libelle en de Margriet die meer op een dagboek lijken dan op een column. Eh..ja. Die lees ik dus bij ehm… nou gewoon ergens. Soms lees ik die dus wel eens.

Die columns dus, in de Margriet en de Libelle, die gaan bijvoorbeeld over ene Femke die rijlessen volgt. Of over Liselotte die zin heeft in vakantie. Margriet noemt het zelf al openbare dagboeken. Kijk, als dat een column is, dan is mijn boodschappenbriefje dat ook. Even weer Wikipedia erbij. Daar staat dat “de auteur (columnist) spits en uitdagend zijn mening ventileert”. Toch iets anders dan vertellen dat je rijles hebt gehad, dunkt me. Nou ja, wie het weet mag het zeggen.

Maar die inspiratie. Ik begrijp waar inspiratie voor muziek vandaan komt. Emotie – hoe rauwer hoe beter – zet je om in melodieën, in klanken en ritmes. Daar laat je dan wat muziektheorie (ja, weer Wikipedia) op los et voila; een nieuw nummer is geboren. Soms in een bevalling van luttele minuten, soms dagen of jaren.

Inspiratie voor een column begrijp ik ook wel een beetje. Een tijd geleden heb ik veel geblogd, of columns geschreven. Dat deed ik onder de naam Gewoonjohan. Na even googelen blijkt dat nu een of andere zanger te zijn die zelfs een fanclub heeft. Even voor de duidelijkheid: dat ben ik dus niet! Er blijken nog een paar columns van me bewaard te zijn op ColumnX. Van de honderden die ik geschreven heb. Ik maakte me in die tijd druk om veel dingen en dacht veel na. En dat schreef ik op. Inspiratie genoeg, want elke dag gebeurde er wel iets waar ik me druk om maakte of waarvan ik een overpeinzing op het digitale papier plaatste. Maar eerlijk gezegd zakt de moed me al in de schoenen als ik bedenk dat ik eens een stukje over dit of dat moet schrijven.

Maar het kan zijn dat ik nu al weer toe ben aan vakantie. Misschien heeft het iets met perfectionisme te maken. Als ik iets doe, wil ik het goed doen. Je herinnert je vast de eerste keren dat ik die solo van Feels so good speelde. Het ging telkens niet zoals ik wilde en daar baalde ik van. Bij muziek maken ga ik door om het dan toch goed te krijgen, maar bij het schrijven van columns, verhalen of stukjes loop ik tegen een muur op. Hoe doe jij dat eigenlijk?

Groet,

Johan

    Foto
    Picture
    Foto

    RSS-feed

    Archives

    Januari 2013
    December 2012
    November 2012
    Oktober 2012
    September 2012
    Juli 2012
    Juni 2012
    Mei 2012
    April 2012
    Maart 2012
    Februari 2012
    Januari 2012
    December 2011
    November 2011
    Oktober 2011
    September 2011
    Juni 2011
    Mei 2011
    April 2011
    Maart 2011
    Februari 2011
    Januari 2011
    December 2010
    November 2010
    Oktober 2010
    September 2010
    Augustus 2010
    Juni 2010
    Mei 2010
    April 2010
    Maart 2010
    Februari 2010
    Januari 2010
    December 2009
    November 2009
    Oktober 2009
    September 2009

Foto's gebruikt onder Creative Commons van DJ Buck, maartmeester