BigBand Coevorden
  • Volgend optreden
  • Home
  • De Bigband
    • Huidige bezetting
    • Ontstaan
    • Waar en wanneer?
  • Mag ik meedoen?
  • Vacatures
  • Contact
  • Bandleden Only

Aflevering 40

25/5/2010

 
Everybody needs somebody

Heb jij dat ook? Dat als je nummers hoort, automatisch denkt: “goh, dat is iets voor de band”? Ik heb dat vaak. Ik merk, dat het leuk is voor het publiek als er nummers bij zijn, waar de band én het publiek los kunnen gaan. Don’t Stop is er zo één. Onlangs keek ik weer eens naar The Blues Brothers (deel één). Daar zit geweldige bigbandmuziek in zoals Everybody Needs Somebody. Je weet wel, dat nummer van: you, you, you, you. Geweldig. En dat dan eindeloos herhalen. Daar zijn we goed in. Wij spelen bij voorkeur uitsluitend “on cue”. En erbij zingen, met het dansje erbij natuurlijk! Is wel iets voor Jans, de trompettist, samen met Jaap. Geloof maar dat hun soepele performance enthousiasme oproept in onze dan uitverkochte zalen. Everybody enz. werd al gezongen door de Rolling Stones. Er is een opname uit 1965 van dat nummer. Toen was het ruige rock. Nu lijkt het wel Gert en Hermien. Ken je die? Het is niet goed met ze gegaan. Er waren in die periode meer duo’s: De Spelbrekers. Nina en Frederick, Jan en Kjeld, Esther en Abraham (wat een ogen!), de Selvera’s (over ogen gesproken),  de Blue Diamonds, Simon & Garfunkel*), enz. We hebben heel wat duo’s gehad door de jaren heen, bedenk ik me nu. (Ik zal ze niet allemaal noemen, wees gerust.) Blijkbaar werkt die formule goed. Dat concept wordt heden ten dage nog steeds gebruikt. Ook nu zijn er veel tweetallen. Soms zijn het vaste formaties en soms zijn het gelegenheidscombinaties. Dat is typisch iets voor deze eeuw: soms samen, soms alleen. We houden er niet meer zo van om ons te binden en zien meer in korte en wisselende contacten. Nu weet ik, dat dit standpunt door een aantal bandleden met een verhoogde hormoonspiegel wordt beaamd, maar het gaat verder dan het sociaal verkeer. En het is ook niet wat bedoeld wordt met Everybody Needs Somebody. Maar dit even terzijde.
Niet alleen zangers vormen duo’s. In de jazz en de popmuziek nodigt de ene
beroemdheid graag een andere uit om samen te spelen. Het publiek vindt zoiets leuk. Waarom? Ik weet het niet. Misschien om de meestal ongedwongen sfeer waarin het gaat. Er wordt bijna altijd gelachen. En dan lacht het publiek mee. De optredens binnen Vrienden van Amstel zijn hier helemaal op gebaseerd.
Als solist kun je ook het publiek aan het lachen krijgen. Zeker als je een
“verse” zingt, op eigen tempo, zoals dat in het Interbellum gebruikelijk was en maar niet op het goede moment kunt inzetten, dankzij een onverstoorbare egotrippende pianist. Hebben wij ook niet een inleidend “recitativo” op het repertoire staan? En is dit niet een ludiek idee voor onze, overigens bescheiden pianist? Hoe hoog zou de maan dan komen te staan? Zaterdag, op de open dag van CQ Coevorden (je komt toch ook?) staat het nummer op het programma. Een kans!

Dick


*) Op verzoek van Rosan heb ik hier een linkje naar Simon & Garfunkel. Ik wist niet dat dit duo ook vandaag de dag nog fans had...

Aflevering 39

17/5/2010

 
Jump…

Een weeïge geur van verschraalde koeienmest, vermengd met het aroma van nieuw gebakken hamburgers in oud vet omlijst de gestreepte plastic tent. Achter de tent staan bouwwerken van balken en palen, schijnbaar willekeurig verspreid over het kapot gegaloppeerde gazon, eenzaam  te wachten op wat komen gaat. Enkele mensen gelaarsd en niet gelaarsd verzamelen zich onder de beschutting van de kunststof kapschuur, die als kroeg en restaurant dienst doet. Moeizaam – om niet in de uitwerpselen van allerlei viervoeters te stappen – worstel ik mij naar het podium. Ik houd mijn koffer hoog. Hem neerzetten betekent risico nemen en daar ben ik - vandaag – tegen. Ah, ik zie een plekje tussen zeil en podium. Ik plaats de koffer daar verticaal om het gevaar van bevuiling statistisch zo klein mogelijk te maken. Een deel van mijn collega’s hebben de tent ook bereikt en zijn druk doende met het inrichten van werkvloer. Alles moet in de juiste volgorde worden opgebouwd van achter naar voren: versterker, drumstel, nog een versterker, piano, stoelen, standaarden en de frontjes met naam, maar zonder webvermelding.“Test, test, test”, fluistert iemand door de 2 microfoons.

We wachten, gehuld in winterse kleding, want het weer is weer eens “onmei’s”. Gelukkig is het podium intiem klein, zodat we elkaar kunnen verwarmen. Ik vouw mijn standaard uit en weer in, omdat de eerste rij het voorrecht heeft de muzieklessenaars van CQ te hebben. Voor het gezicht, weet je. Het smoelt beter.

Tussen tent en schuur ligt een stuk niemandsland. Iemand moet zich dat gerealiseerd hebben. Her en der, in navolging van de hindernissen, staan lege bankjes. Voorlopig zijn ze nog vrij.
We wachten. Op onze laatste instrumentalisten, die vandaag nog een andere schnabbel hadden. Gerard – nog niet gegeten- haalt nog snel een ongezonde hamburger met ruim saus (ai, ruzie thuis nu?) en komt terug met de boodschap dat het onvoorstelbare is gebeurd: de ene inwoner van De Krim kent de andere niet. Waar zijn de tijden van weleer gebleven, waarin elke dorpeling zich voorstelde aan de gehele dorpsgemeenschap?


Daar komt een trompettist te laat gezien de afspraken, te vroeg bekeken vanuit het programma. Op tijd dus. Er komen ook nieuwe mensen. Toeschouwers? Wandelaars? Het blijken voorbijgangers te zijn, die het terrein via een ander pad weer verlaten.
We wachten. Even na zeven verschijnen de laatste en niet onbelangrijkste collega’s. We kunnen beginnen. Ieder neemt zijn plaats in. Frans klikt zijn strap aasn mijn stoel om te voorkomen, dsat hij van het podium valt. Onze instrumenten passen net tussen de stoelen. Zo ontstaat gebruiksschade, begrijp ik nu. Gerard houdt zijn praatje over niets en de eerste noten van de Rose Panter klinken klagend over de kille vlakte. In gestrekte draf gaan we van A naar E en dan een kleine volte op F. Toeschouwers brengen hun handen naar de oren. Niet om ze af te dekken, maar juist om te kunnen horen wat Dianne zingt. De préhistorische apparatuur, waarmee CQ Coevorden moet werken laat het geheel afweten. We stoppen halverwege een nummer. Send in the Clowns, hoe toepasselijk. Ingehouden kwaadheid, welwillende helpende toeschouwers, in- en uitgeschakelde boxen en tenslotte nog slechts moedeloze “schouderophalings”. Zo propageren we de bigbandmuziek natuurlijk niet, denk ik. Langzaam dunt het publiek uit tot familie, vrienden en mensen van de organisatie achterblijven. Een beleefd applaus.
En wij? Eigenlijk speelden we best lekker ondanks de kou, de slechte omstandigheden en het geringe aantal toehoorders. We werden wel wat balorig door de omstandigheden. Wie neemt ons dat kwalijk? Op de opendag van CQ Coevorden zitten we binnen. Wellicht kan het publiek dan onze zangeres wel horen, want zingen kan ze!


Dick

Aflevering 38

13/5/2010

 
Don’t Stop

Nu weet ik het zeker. Elk instrument heeft zijn voor- en nadelen. Heb ik het eerder dit jaar gehad over het feit, dat een bassist of drummer of gitarist of pianist altijd het haasje is als hij iets verkeerd doet - hij kan zich niet verschuilen achter collega’s – inmiddels heb ik ook een groot voordeel van de ritmegroep ontdekt. Dankzij Henk. Hij was jarig en trakteerde op iets mierzoets, dat door een van de collega’s meteen betiteld werd als Hot Fudge. Heel lekker. Er was meer dan genoeg en na een rondje werd het restant op de piano gezet, lonkend naar de blazers en onder handbereik van de niet blazers. En terwijl door het harde repeteren voor de uitvoering van zaterdag de zweetdruppels op de hoofden van de koper- en houtsectie zichtbaar waren, namen de mondvrijen na elk nummer één of meer van die energiepillen. Jaloezie welde in mij op en ik dacht: “Stop!!”. Maar nee dus…

Een van de nummers op ons repertoire is Don’t Stop. Nu was niemand van plan dat te doen – vanavond niet en later ook niet -, dus het is een beetje een loos verzoek. Het is voor onze bigband een lekker nummer om te spelen. Er zitten mogelijkheden voor improvisaties in en het akkoordenschema is zo uitnodigend, dat iedereen wel wil soleren. Ideaal voor de dirigent én voor het vullen van de tijd. Je kunt een daarvoor geschikte song wel uitbreiden tot 10 minuten á een kwartier. Ik heb die frustratie wel eens ervaren. Je koopt een cd van je favoriete jazzmusicus en dan blijkt dat er maar 4 nummers op staan, maar dan wel heel lange… Die lange solo’s zijn voor luisteraars vaak niet interessant. Het is maar een enkeling gegeven om het publiek langer dan 32 maten te boeien en dan alleen nog maar als het een beetje vlot stuk is. Kijk, op feesten met veel alcohol en in aantrekkelijk gezelschap is het geen enkel probleem. Alles is goed als het maar energiek of juist super zwoel is. Thuis op de bank is dat anders,  ervan uitgaand, dat daar niét te veel alcohol is en het aantrekkelijke gezelschap ontbreekt . Als je de muziek echt tot je laat doordringen, met gesloten ogen, een beetje onderuit met gedempt licht, dan luister je anders. Dan word je je bewust van de muzikale oplossingen, die gekozen worden en kun je genieten van de kracht van de rusten. Die muziek kan dan van alles zijn: klassiek, pop, country, jazz, latin, show, of noem maar op. Alle muziek heeft zijn eigen charme. Maar komt er dan een solo langs, die niet klopt, dan wordt de betovering bruut verbroken verbroken.

Bij het zelf spelen van een solo ligt het anders. Dat kun je uren achter elkaar doen. Soms lukt het fantastisch, soms gaat alles mis en loop je continue achter met verkeerde akkoorden in de verkeerde maat. Mijn buren weten daar alles van. Verhuisd zijn ze gelukkig nog niet en dat komt naar ik heb begrepen, omdat ze buiten alleen de bassen van de begeleiding horen en daar geven de koeien beter melk van…

Dick

Aflevering 37

4/5/2010

 
Avond

Het is stil in huis. Een avondje zonder band.  Een avondje zonder televisie, nou ja, even gekeken naar de dodenherdenking. Dat is toch altijd aangrijpend. En dit jaar nog spannend ook! Dit had een ramp kunnen worden in de paniek. Gelukkig liep het met een sisser af.
Ik zit nu  achter de computer en surf wat van de ene naar de andere site. Het is van belang waar ik begin, want voor je het weet kom ik op sites terecht, die mijn computer vervuilen. Ik start daarom maar met een gerichte zoekopdracht, gewoon in de adresbalk en klik van daaruit verder. Wat zal ik intikken. In wat voor stemming ben ik? Iets opzoeken, waarover ik net gehoord (effe sjekkuh) of gesproken heb (ter controle van mijn eigen beweringen), of een facebook speurtocht naar oude bekenden of iets heel anders? Laat ik vanavond maar langs muzieksites surfen. Niet de afgezaagde sites, die mp3’s verkopen of waar de lijsten op staan van de top 40, 50 of 100. Vanavond kies ik voor instrumenten, de onderdelen en de bouwtechniek daarvan. Het is verbazend wat er allemaal is gepubliceerd. Elk onderdeel van elk instrument is te koop op internet en overal staan beschrijvingen hoe ik die onderdelen in elkaar kan passen. En als ik het instrument dan zelf hebt gefabriceerd kan ik naar de sites, die je leren hoe ik dat ding moet bespelen. Drumtechniek, strijktechniek, zangtechniek, slagtechniek, blaastechniek, noem maar op: je vindt het. En om te oefenen is er een scala aan bladmuziek te vinden in alle genres. Gratis. Als de bladmuziek niet te vinden is, dan is er altijd wel ergens in de wereld een enthousiasteling, die een midi-bestand heeft geupload. Die bestanden zet ik – met alweer gratis software – heel simpel om in bladmuziek. Ik ben helaas geen zanger. Anders hoefde ik niet lang te zoeken naar de liedteksten. Tientallen websites beweren de enige volledige bibliotheek te hebben. Ik zocht laatst de tekst van een – voor de meesten ongetwijfeld oubollig – volksliedje: Donna, donna, donna. Pagina’s vol met hits. De versie van Joan Baez was daarin favoriet. Ja, Joan Baez. Wie kent haar nog. Ze treedt nog steeds op, zag ik, terend op het succes van vroeger. Maar daarover in een volgend blog meer. Als je de bladmuziek hebt, wil je ook de begeleiding hebben, want in je eentje spelen is voor de meeste instrumenten maar een kaal gebeuren, of je moet zo virtuoos kunnen spelen,  dat je genoeg hebt aan jezelf… Tot die groep behoor ik dus niet. Dus begeleiding zoeken. Vaak zijn dat midi-files, die ik zelf nog kan bewerken en soms zijn het Band-in-a-box-files. In het laatste geval moet je wel het programma bezitten om er iets mee te doen. En anders zijn er ook MP3-begeleidingen op internet te vinden. De grátis mp3’s zijn erg schaars, helaas. Maar online meespelen kan vaak wel en dat is ook leuk. Als het mp3-tje of Wav-je mij te snel is, zoek ik naar een programma om te vertragen of te versnellen. Vaak kan ik met zo’n programma ook de toonsoort aanpassen, zodat het meespelen binnen m’n bereik komt. Dat kan natuurlijk ook allemaal met Windows Media Player, maar de kwaliteit daarvan is niet zo best… 
Hoe laat is het nu? Zo laat alweer. Tjee, de tijd vliegt als je aan het surfen bent. Nog even wat drinken en dan heb ik het - na al die reclame - weer gehad voor vandaag…

Dick
    Foto
    Picture
    Foto

    RSS-feed

    Archives

    Januari 2013
    December 2012
    November 2012
    Oktober 2012
    September 2012
    Juli 2012
    Juni 2012
    Mei 2012
    April 2012
    Maart 2012
    Februari 2012
    Januari 2012
    December 2011
    November 2011
    Oktober 2011
    September 2011
    Juni 2011
    Mei 2011
    April 2011
    Maart 2011
    Februari 2011
    Januari 2011
    December 2010
    November 2010
    Oktober 2010
    September 2010
    Augustus 2010
    Juni 2010
    Mei 2010
    April 2010
    Maart 2010
    Februari 2010
    Januari 2010
    December 2009
    November 2009
    Oktober 2009
    September 2009

Photos used under Creative Commons from DJ Buck, maartmeester