BigBand Coevorden
  • Home
  • De Bigband
    • Huidige bezetting
    • Ontstaan
  • Programma
  • Mag ik meedoen?
  • Vacatures
  • Voor leden
  • Contact

aflevering 4

29/9/2009

 
Eh one, eh two

Big Spender, wat een nummer! Het roept allerlei beelden op.  Het is vooral een uitdágend nummer. En op verschillende manieren: uitdagend vanwege de heavy beat in het nummer en de kracht waarmee het gespeeld moet worden en uitdagend vanwege de tekstuele inhoud van het lied.  Ik weet wel, dat toen het 20 jaar geleden een keer op TV werd  “opgevoerd”, ouders werden gewaarschuwd, dat de beelden  minder geschikt waren voor jeugdige kijkers.  Ik weet niet wie dit allemaal leest, dus over het waarom ik zal niet verder uitweiden.

Het nummer is bekend geworden door Shirley Bassey. Die kent iedereen wel, denk ik. Wat de meesten – waaronder ik  – niet weten, is dat het nummer geschreven is door Cy Coleman, een jazz-componist, die ook nummers als Blame it on Rio en Sweet Charity.

In de titel Sweet Charity is ook iets van vrijgevigheid te vinden. Blijkbaar was dat voor Cy een belangrijk onderwerp. En voor wie is dat het niet? Schaarste is voor iedereen vervelend Neem de band nou een: de beschikbare oefenruimten zijn allemaal vol en er is – blijkbaar – geen geld om extra ruimte bij te huren in een school, verzorgingshuis, oud gemeentehuis, consistorie, toneelzaal van de plaatselijke kroeg of op plekken waar schuurfeesten gehouden worden… Ik ben blij dat m.n. die laatste optie geen werkelijkheid is geworden, want die schuren zijn koud en tochtig. Dus vanavond en over 14 dagen en over 4 weken enz. kan de repetitie niet doorgaan? Dat kan natuurlijk niet. En slepen van hot naar her met een drumstel, versterkers en een stagepiano is ook geen optie.

Ach, er komt wel een oplossing denk ik zo. Want één keer per week oefenen is met zoveel nieuw repertoire echt wel noodzakelijk. Bovendien kijken alle bandleden uit naar die dinsdagavond. Je hebt geen idee hoeveel plezier je kan beleven aan samenspel. Maar kom je te weinig samen, dan wordt het nooit iets en verzwakt de motivatie. Tot zover de psychologie van de prestatie. Directies, met een commercieel en ideëel belang,  zijn zich daar natuurlijk veel meer van bewust dan columnisten.

Maar vanavond geen bigband en derhalve kunnen we niet aan elkaar laten horen hoe we de 3 nieuwe partijen in onze vingers hebben gekregen. En bovendien kan mijn vrouw mij na afloop niet thuis verwelkomen met You’d be so nice to come home to, want ik ben niet eens weggeweest…

Dan de tijd maar gebruiken om na te denken over een nieuwe naam voor de band.

Favoriet bij mijzelf is op dit moment Club Q. Het is eigentijds, bevat de naam van de muziekschool en maakt nieuwsgierig (waar staat de Q voor?). Maar aan de andere kant kan het net zo goed de naam van een obscure sextent zijn. Dat is nou weer minder… Dan maar JazzClub Q. Is beter!

Toch tot vanavond maar even laten bezinken. En hopen dat AZ wint! Kijk, dat is nu weer het positieve van de afgelasting: we kunnen naar het voetbal kijken. Wie zei dat ook alweer: elk nadeel hep ze voordeel?

 

 



Lyrics | - Big Spender lyrics

Aflevering 3

23/9/2009

 
Eh one, eh two…

Het moest een nachtegaal voorstellen, het lied dat we inzetten. Eéntje die op een verstild plein in een chique Londense buurt zijn lied zong en die de mensen een romantisch gevoel gaf. Aanvankelijk leek het echter meer op een druk kruispunt in Amsterdam, waar trams door de bochten gieren en auto’s toeteren. Fietsers bellen ongecoördineerd  in hun eigen ritme. Een enkele verkeersagent zwaait maar wat in een vergeefse poging de verkeersregels uit te laten voeren.

Toen Vera Lynn het lied A Nightingale sang at Berkely Square in 1941 opnam, werd het direct een succes. WO II was uitgebroken (1940 -1945 voor de "recent born" onder ons) en de mensen zaten in spanning. Op zulke momenten ontstaat  er een grote vraag naar dromen, naar vredige romantiek, weg van de ellende van alledag. Vera Lynn was een zangeres, zoals er in die tijd vele waren. Net zoals je nu blijkbaar hoort te zingen met allerlei “adlibs”, zong je toen de melodieën gedragen met veel passie en uithalen. In die tijd werd aan een lied bijna altijd een "verse" toegevoegd, een soort inleidend stukje, vergelijkbaar met een recitativo in de passionen, voordat het eigenlijke lied werd ingezet. Dat werd “freely” gezongen. Voor een band is dat moeilijk te begeleiden als de zangeres het té freely gaat opvatten!

In Nederland hebben we ook dergelijke liedjes. Liedjes die geschreven en uitgevoerd zijn op het juiste moment. Het moment dat mensen er gevoelig voor zijn. Bekend is bijvoorbeeld het lied gezongen door Willy Walden: Als op het Leidseplein de lichtjes ’s avonds branden gaan. Een buitengewoon slechte uitvoering daarvan kun je hier beluisteren. Hoewel het niet daarvoor geschreven was, drukte het wel het verlangen van de Nederlanders uit naar vrede; een tijd, waar alles weer normaal was en je vrolijk en ongedwongen kon zijn, zonder wantrouwen naar elkaar toe. Het lied groeide uit tot een soort verzetslied, een lied dat de situatie bezong zonder bezetters. De ironie wil, dat het lied geschreven is door Jacques Tol, een beroemde en - voor maar ook na de orlog - gewaardeerde tekstschrijver, die echter koos voor de NSB en daarvoor na de oorlog ook gevangen heeft gezeten… Lang geleden allemaal.

Wij zitten nu met die nachtegaal. Het is een mooi lied dat romantisch moet worden gezongen (kunnen we wel overlaten aan onze godin van de jacht..). En volgende week of daarna spelen we met z’n allen zo zacht dat we haar kunnen horen en dan hoeft Gerard z’n oordoppen niet meer in. Want laten we wel wezen: het dirigeren van een enthousiaste bigband is ARBO-technisch een zeer gevaarlijke bezigheid…

Dick

Aflevering 2

21/9/2009

1 Comment

 
Eh one, eh two ….

Het is zuchten en steunen als we de stapel nieuwe stukken doorbladeren. Iedereen zoekt naarstig naar de voortekening, de moeilijke passages en de geadviseerde solo’s. En dan: starten maar!

Eén van de nieuwe nummers die we deze week hebben aangepakt is The children of Sanchez. Het is een titelsong van een film, gemaakt in 1979 n.a.v. een boek uit 1961 geschreven door Oscar Lewis over een familie in de sloppenwijken van Mexico City. Een droevig sociaal verhaal, dat vanwege de schrijnende werkelijkheid die het beschrijft (en het feit dat het door een buitenlander is geschreven) lange tijd verboden is geweest in Mexico.

De film die op het boek gebaseerd is, kwam uit in 1979. Anthony Quin vervulde de rol van Jesús Sánchez, een weduwnaar boer, die in Mexico City voor zijn gezin tracht te zorgen. Hij is een harde werker en denkt dat het voldoende is om financieel goed voor zijn gezin te zorgen. Hij krijgt een conflict met zijn dochter Consuela, omdat zij niet langer de onderdanige dochter wil zijn. Voor liefde en aandacht gaat Consuela naar haar grootmoeder, die zelfs gerespecteerd werd door haar Jesús.

Bij de verfilming in Mexico is er muziek bij gecomponeerd door Chuck Mangione en die was dermate goed dat hij er een Grammy mee won. Ook de titelsong zelf, Children of Sanchez, werd uitgeroepen tot de beste instrumentale popsong in 1979.

De song is een bekende melodie (Was het de openingsdeun van een sportprogramma?). Vooral voor Stefan, onze percussionist, is het uitleven geblazen. Dat ligt hem ook wel. Hij heeft dat eerder laten zien in solo’s, die we met force majeur moesten afbreken, omdat wij ook wel eens wilden spelen…  In ieder geval verheug ik mij weer op zijn solo. Je moet zelf maar eens luisteren wat anderen daarmee hebben gedaan. Voor de andere instrumentalisten is het een pittig nummer, m.n. door de staccato-achtige wijze, waarop en het tempo waarin de diverse patronen moeten worden gespeeld. Oefeningen voor de tong, zeggen we maar.

In ongeveer dezelfde jaren componeerde Chuck Mangione een ander nummer uit ons repertoire: Feels so good. Dit nummer werd destijds aangeprezen als de best herkenbare song sinds Michelle van de Beatles. En inderdaad, je zingt het heel makkelijk mee.

Omdat Chuck Bugelspeler was, zijn z’n stukken vooral gericht op het soleren van de koperblazers. De rest van de band verzorgt de begeleiding, wat met die groovy muziek absoluut geen straf is!.

Tot over 2 weken.

Dick

1 Comment

Aflevering 1

14/9/2009

 
Eh one..., eh two...     week nr. 38 - 2009

Zomer voorbij.

Naast de weemoed van het afscheid (de zon, de biertjes op het terras, de vrolijke mensen om je heen) is er ook weer het verlangen naar, de nieuwsgierigheid van het nieuwe seizoen. Welke optredens staan ons te wachten, welk repertoire gaan we spelen, hoe moeilijk kan het zijn? En natuurlijk, hoe is het met de rest van de bandleden?

Eigenlijk vreemd hè, je speelt een heel jaar in een ongelofelijk goede harmonie jazzy stukken. En dan komt de zomer als een onverbiddelijke pauze en gedwongen stilstand van 2 maanden.
Gelukkig weet Gerard ons goed te laten afsluiten én opnieuw te laten beginnen. En dat is geen sinecure!!

Want weet, een bigband is geen harmonie- of symfonieorkest, waar de leden – denk ik zo met een beperkte ervaring daarmee – zich een zelf gekozen discipline opleggen. Nee bigbandmusici doen hun eigen ding. Ze spelen dat de vonken er vanaf schieten, maar zijn daarvóór en daarna weinig serieus. En dat moet – denk ik – ook. Solo's, die veelvuldig voorkomen zijn creatieve processen. Prestaties van individuen of soms ook van een duo of trio binnen de band moeten niet teveel gehinderd worden door teveel strakke regels.

Maar goed, we zijn weer begonnen. Dirigent jarig, dus een traktatie! Kennis gemaakt met de nieuwe bandleden (hoera, guitaristen!), geïnformeerd naar de afwezigen, nog even gepraat over de 4e trombonist die we zo missen: “Kent iemand die op de t-bone mee wil en kan spelen?” Oude repertoire doorgespeeld, nieuw repertoire uitgereikt gekregen en gegeind en geroddeld over alles en nog wat.

Dat repertoire. Dat is best lastig. Natuurlijk kun je doen wat elke bigband doet: the American Songbook met wat uitschieters naar vroegere en latere jaren. Maar wij willen wat anders: een beetje van vroeger maar ook veel van nu. En er zijn prachtige bewerkingen voor bigband van songs uit deze en de laatste 3 decennia van vorige eeuw. Voor elk wat wils dus. En met elkaar lukt het ons aardig.

Het is wel gieren van het lachen, als we een stuk voor het eerst spelen (Ik zou het eigenlijk eens moeten opnemen.). Dat doen we vaak zo koud van het papier. Een enkeling kent het nummer, de meesten niet en voor hen is er dus geen referentiekader. We beginnen dan gelijk en up tempo (eh one, eh two, eh one two three four) en vervolgens verdwalen we dan na maat 24 of zo. “Ik ben bij maat 43”, roept Gerard op een gegeven moment en iedereen probeert dan koortsachtig naar het bewuste maatnummer te zoeken en te checken of zij daar óók zijn. Soms wel, vaak niet en dan wordt de chaos nog groter.

Maar na één keer het “rommelig” te hebben doorgeploeterd, hebben we het wel door. En de tweede keer gaat het beter en de derde keer is de structuur van het stuk bekend en kennen we de noten (al spelen we die nog vaak niet...).

Dit jaar hebben we wel veel nieuwe stukken. Ons repertoire is straks zo groot, dat we makkelijk 2 uur kunnen vullen. Dat moeten we ook maar eens gaan doen, denk ik zo. En dan met een nieuwe naam....

Dick
    Foto
    Picture
    Foto

    RSS-feed

    Archives

    Januari 2013
    December 2012
    November 2012
    Oktober 2012
    September 2012
    Juli 2012
    Juni 2012
    Mei 2012
    April 2012
    Maart 2012
    Februari 2012
    Januari 2012
    December 2011
    November 2011
    Oktober 2011
    September 2011
    Juni 2011
    Mei 2011
    April 2011
    Maart 2011
    Februari 2011
    Januari 2011
    December 2010
    November 2010
    Oktober 2010
    September 2010
    Augustus 2010
    Juni 2010
    Mei 2010
    April 2010
    Maart 2010
    Februari 2010
    Januari 2010
    December 2009
    November 2009
    Oktober 2009
    September 2009

Photos from DJ Buck, maartmeester