BigBand Coevorden
  • Home
  • De Bigband
    • Huidige bezetting
    • Ontstaan
  • Programma
  • Mag ik meedoen?
  • Vacatures
  • Voor leden
  • Contact

Aflevering 36

28/4/2010

 
Werkoverleg

Het was verdacht stil, daar op de tweede rij. Aandachtig keek de een naar de ander, zwijgend wijzend op de tweede maat in het derde systeem. “Wie van jullie speelt de Eb?”, vroeg de bandleider . “Ik heb geen Eb…” zei de een. “Ik dus ook niet”, zei de ander, “want we delen de partij, omdat mijn partij zoek is.” “Dat loopje hoor ik amper”, zei de bandleider, “Dat mag wel wat harder, dat stukje van dab-dab-dab-powww!!” “Welk stukje is dat? Ik heb daar geen partij van, ik speel mee op het gehoor. Gaat wel goed hoor.’K kijk af en toe eens bij mijn buurman”.

Hoe mooi is het. Je kunt in een bigband spelen zonder je partij voor je neus te hebben. Enig muzikaal gevoel is dan wel vereist en dat is er wel. Je kunt af en toe noten weglaten – dat moet soms zelfs van Gerard – of een poosje niet meespelen - dat hoopt Gerard soms -. Je kan octaveren of niet, je kiest maar. Maar… Je moet dat niet allemaal tegelijk doen. Dan valt het op . Bij ons valt het nooit op aan een buitenstaander (denken we…) . We doen het geslepen en zien er uit alsof het zo hoort. Dat gaat niet vanzelf. Daarvoor is overleg nodig: werkoverleg. Nu heb ik in mijn leven al duizenden keren werkoverleg meegemaakt en veel zijn meer-van-het-zelfde. Van het soort, waarbij je na afloop het gevoel hebt van wat doé ik hier, was dit nuttig? Heel veel woorden, nog meer emoties, slechte communicatie, geen evaluatie van eerdere besluiten, geen waarborgen voor nieuwe. Dat type bijeenkomst, dat je toejuicht als je een keer niet wilt werken, maar waar je maagzweren van krijgt als je het druk hebt. Maar niet zo in de band of welk ander orkest van enige omvang ook. Het werkoverleg daar gebeurt naar behoefte op haast onmerkbaar verzoek van meestal je buurman of –vrouw. Door een licht optrekken van de linker of rechter (afhankelijk van de plaats van je communicatiepartner) wenkbrauw, het stoppen op een onverwacht moment in de muziek, het omslaan van een blad, als anderen dat 5 maten eerder al deden en door wel te bewegen maar geen geluid te maken geeft de initiatiefnemer aan, dat hij behoefte heeft aan afstemming en overleg. Het overleg zelf is kort en efficiënt: een gestrekte vinger beweegt zich naar jouw partituur of die van de buurman, een wat heftiger beweging van het instrument geeft het begin van de volgende zin aan of soms ook haalt iemand de schouders op, dat uitgelegd mag worden als: zoek het zelf maar uit, of: ik weet het óók niet. In dat laatste geval wordt collectief het instrument terzijde gelegd en een third party ingebracht: de dirigent. Die lost het probleem dan op met een brul: vijfenendertig!. Je moet dan wel meteen doortellen, want tegen de tijd dat jij 35 gevonden hebt is de band al op maat 42. Verstandiger is het om het werkoverleg vooraf te hebben. En denk nu niet meteen, dat wij ónverstandig zijn. Nog voordat Gerard heeft gemeld, welk nummer wij onderhanden gaan nemen, vindt er al onderling overleg plaats: zit je goed, is dit jouw map; waar was je vorige week; is dat concours hippique elk jaar; hé, nieuw mondstuk? Heeft Gerard al gezegd wat we gaan spelen? Ben jij nog naar het popconcert geweest? Heb een leuke kroeg gevonden. Nadat we bij de andere buur hebben gezien wat we echt gaan spelen, vallen we net op tijd in. En na afloop zetten we het overleg voort. Een organisatie – wat een orkest ook is – werkt immers alleen goed als er direct, frequent, efficiënt, horizontaal en verticaal overleg is en dat is bij ons zeker het geval.

Dick

Aflevering 35

20/4/2010

 
De Prestatie

“Het wordt toch Lénte?” smeekte Gerard vertwijfeld. Niemand hoorde het. Als een schoolklas in de bus op schoolreis, zo druk was het in alle secties. En dan moesten we ook nog 2 nieuwe nummers instuderen.   Als dat nu rustige en kalmerende titels waren…  Maar nee! Het ene nummer heet On Broadway, niet bepaald een rustige straat, en het andere was meer een aanbeveling om door te gaan: Don’t Stop. Nou ja, na een opvoering is het in elk amateurgezelschap even een ontspannen chaos. Dat hoort er gewoon bij. Dat kun je niet zo maar stoppen. Orkesten en andere culturele gezelschappen repeteren een heel jaar in de beslotenheid van hun oefenruimte en dan, op die ene middag of avond, moet het eruit komen. Dan moet alles op zijn plaats vallen en wacht het applaus, dat hun beloont voor de inspanningen. De ontspannen oefensessies staan in schril contrast met de hartslagversnellingen vlak voor en tijdens de uitvoeringen. Waarom willen we dan toch optreden? Dat heeft denk ik te maken met “ons mensen”. Alles wat we doen moet een reden hebben. Je doet het toch niet voor niéts. En gewoon gezellig en geconcentreerd met elkaar muziek maken, toneel spelen, schilderen of goochelen, dat is het toch niet helemaal. Minstens één keer per jaar wil je je verantwoorden aan de buitenwereld over wat je hebt gedaan, dat jaar. En daarom organiseren we vioolconcerten in noodlijdende kerken, staan we op braderieën met beeldhouwwerk en zelfgemaakte kralenkettingen, organiseren we festivals en concoursen om onze shanties of klassieke werken te kunnen zingen en spelen bigbands in tochtige tenten funk en jazz, terwijl hun bladmuziek wegwaait. Ja, het is zelfs zo erg in Nederland, dat als je je inschrijft voor een werk/vakantieweekje, dan zul je zien, dat de cursusleider nadat hij zich heeft voorgesteld meteen begint over de afsluitende activiteit op het plaatselijke dorpsplein, waar heel het dorp voor is uitgenodigd. Zo hebben mijn acht medecursisten en ik een keer staan spelen in een vochtig en niet meer in gebruik zijnd kapelletje voor één dove fransman en zijn bejaarde moeder, die nog opgehaald moesten worden ook. Maar we doen het toch. Omdat het leuk is.

Naast leuk wordt het ook nog spannend, als je weet dat  je uitvoering wordt beoordeeld. Dat kan in de vorm zijn van het applaus – het voelt zeker niet goed als na een concert  iedereen zonder applaus snel de zaal verlaat – of in de vorm van een mondelinge of schriftelijke beoordeling: het juryrapport. Niemand verwacht te winnen, want dat hoort niet. Maar laatste worden? Dat wil niemand, ondanks dat het technisch gezien in alle gevallen iemand overkomt. Dus ontstaat er spanning: Gelukkig: een slechte generale; Wie zit er in de jury? Wie doet er nog meer mee? Vlak voor het optreden concludeer je met elkaar, dat het best goed zal gaan en dat we – hoewel we niet zullen winnen – ook geen laatste zullen worden. En met die achterliggende gedachte worden de appeltaarten op de jaarmarkt gekeurd door de Plattelandsvrouwen (sorry: Vrouwen van Nu), dansen de kinderen hun pas de deux voor aan hun balletjuf, inspecteert de koningin de schilderijen en etsen van hobbytekenclub “Ecolientje”, kietelen kanariekwekers hun vogels, opdat zij mooier zingen voor de keurmeester en presenteert het koor zich aan de provinciale afdeling van de Bond van Koren. Vlak na het optreden is iedereen eufoor: “wat ging het goed, hè, veel beter dan tijdens repetities, zag je hoe opgetogen het jurylid was, we waren veel beter dan de eerste bands, het applaus klonk harder dan voor de winnaar van vorig jaar” En dan het moment suprême. Iedereen wacht de uitslag af. Misschien worden we toch wel eerste…

Jammer de balletdanseres, de taartenbakster, de band, de schilder, de kanariekweker, de goochelaar, de violiste, het koor. Ze eindigen allemaal als laatste…

Dick

Aflevering 34

13/4/2010

 
Beroepskeuze

Wat wil ik later worden. Ik geloof, dat die vraag door iedereen ouder dan 10 jaar wel eens een keer gesteld is: wat wil ik later worden? In de NRC-Next van een paar weken geleden werd een serie artikelen afgesloten over dit onderwerp met als centrale vraag: hoeveel mensen zijn geworden wat ze zich oorspronkelijk hadden voorgesteld. Wat blijkt: de meeste mensen volgen een beroepsopleiding, die gericht is op wat ze graag willen worden en slechts een klein gedeelte pakt het beroep van hun eerste keuze daadwerkelijk op. De meeste komen in andere functies terecht. Er zijn natuurlijk beroepen, waar je in vast blijft zitten, al dan niet uit vrije wil. Ik ken verhalen uit het onderwijs, waar docenten en leerkrachten op verjaardagsfeestjes uit de “school” klappen. Bijna zonder uitzonderingen zijn dat verhalen over niet gemotiveerde leerlingen en slecht functionerende schoolleiders en krakkemikkige lokalen. Gemopper alom.  Een enkele leerkracht praat enthousiast over zijn werk. Zij is een uitzondering.

Ik moest aan dit artikel denken, toen ik een veel te laag geschreven latinpatroontje zong op het podium in de Tamboer (dat wel iets minder swingend klonk als in de link wordt gepresenteerd…). Aan een schaars verlicht jurytafeltje zat, enigszins onderuit gezakt, met vermoeide wallen onder de ogen – na 22 koren te hebben aangehoord – een jazzmusicus en dirigent zijn zaterdagavond te vullen. Musici hebben vaak naast hun eigenlijke werk – muziekmaken – nog vele andere taken. Onderwijs is daar een belangrijke van. En daar heb je collega’s en collega’s helpen elkaar.

Eens, toen ik nog jong was, heb ik mij ook de vraag gesteld: wat wil ik later worden. Als tiener deed ik veel aan muziek en dus was er ook een keuze te maken voor het conservatorium. De weg er naar toe was echter lang en vergde een grote inzet en zelfdiscipline en – je begrijpt het al – dat was voor mij een onbegaanbaar pad. Ik koos voor het onderwijs. Uiteindelijk heb ik de meeste arbeidsjaren buiten het onderwijs doorgebracht en behoor ook ik tot de grote groep, die niet is geworden waar ze oorspronkelijk voor gekozen hebben. Het maakt ook niet uit. Belangrijk is niet wát je studeert, maar dát je studeert. Inhoud is meestal minder belangrijk, dan ontwikkelde intelligentie, blijkt uit weer een andere studie. Het is maar dat je het weet… Wel heb ik mij vaak afgevraagd, natuurlijk altijd op de dieptepunten in mijn carriere, of ik destijds toch niet beter even sterk had moeten zijn om de muziekstudie te kunnen oppakken. Intussen ben ik erachter. Het vak van musicus is niet alleen een beroep, het is ook een levensstijl. Altijd ’s avonds en in het weekend weg. Leerconcertje hier, echt concertje daar, een privélesje in de middag, ’s avonds een of meer orkesten leiden, een optredentje verzorgen voor de personeelsvereniging van een of ander bedrijf, opdraven voor representatieve bijeenkomsten van je eigen baas, je haasten om op tijd te komen, eindeloos wachten omdat het programma is uitgelopen, altijd vriendelijk en toegankelijk blijven. En dat is leuk, zoals Gerard vorige week ons nog verzekerde toen hij grijs van de honger – hij had nog niet kunnen eten – om half tien ’s avonds onze wekelijkse repetitie beëindigde.

De artikelreeks in NRC-Next had het ook over wat men verdiende. Natuurlijk kwam er weer uit dat vrouwen beter zijn (vrouwen, niet meteen triomfantelijk juichen! Het gaat om plichtsbetrachting en nauwkeurigheid…), maar minder verdienen. Blijkbaar is het moeilijk dat te veranderen ondanks alle CAO’s. En wat er ook uit de artikelen naar voren kwam, is, dat musici samen met een paar andere vrije beroepen het minst verdienden. Directeuren en adviseurs verdienden het meest, maar dit terzijde…Dus musicus zijn is leuk, als hobby….

Dick

Aflevering 33

6/4/2010

 
Kroeg

Zeven uur. Het is al druk. Iedereen loopt door elkaar. Draden liggen verward en zonder duidelijke bestemming op de grond. Tafels worden opgetild en naar achteren gebracht. De krukken stapelen zich en verdwijnen door een deur. Veel beweging zonder coördinatie, maar met een gemeenschappelijk doel. Kun je een doel halen zonder plan? Sommigen vinden van niet en beginnen te wijzen. Zet ze hier, recht voor de deur. Nee, diagonaal is beter. Piano links? Rechts? Versterker voor of achter de band? Waar staat het publiek? Anderen storen zich nergens aan en doen wat ze denken, dat goed is. Lessenaartje uit. Stoel neerzetten:  “ik ben klaar”. We zitten. Uiteraard niet diagonaal en ook niet recht. We missen iemand. Leve de mobieltjes. Aan de andere kant vraagt een stem waar het nu precies is. Hij kan de kroeg niet vinden. Als je vanuit Marktzicht de markt ziet, zou je dan ook niet vanaf de markt de kroeg kunnen zien? Hij arriveert kort daarna en “schuift” aan. Voor ons danst de geluidsman met zijn specifieke humor en verwarde draden. Schuifje hoog, echootje…  Inspelen. Tegelijk geluidstest. Zangnummer en instrumentaal nummer. De sfeer is ontspannen, de noten zijn raak, mooie solo. Halverwege elk nummer breken we af. De echte uitvoering komt nog.

Dan wachten. De kleine kroeg stroomt vol met belangstellenden: SéKuërs, familie, de stamgasten en “gewoon” publiek. Het is een half uur over tijd. Dan mag je beginnen in jazzkringen. Gerard telt af na een korte verwelkoming. Rond het biljart staan de kinderen. Vanuit het beginsel jong geleerd, oud gedaan kijken ze geconcentreerd naar hun spelende ouder, want “zij zijn het best van allemaal…” Ook zijn er ouders en eigenlijk doen en denken zij hetzelfde. Wat is dat toch mooi!

De nummers volgen elkaar snel op. De concentratie is hoog en tussendoor worden de gebruikelijke kwinkslagen uitgewisseld. “Have mercy”, zingt Dianne solo, terwijl wij tijdens de vermaat aandachtig en stil luisteren. “Have mercy” nog een keer en dan hoger  en dan nog een zeer hoge wanhoopskreet van Dianne, die er zuiver en vooral gedurfd uitkomt. Bijna alles lukt vanavond. Bijna alles, moet ik erkennen…. Halverwege, nog voor de inspiratie dreigt te verflauwen, krijgen we een extra energy-kick: de consumptiebonnen worden uitgedeeld! Het tempo wordt opgevoerd nu aan het einde een koel glas pils of fris lonkt.

Het publiek reageert enthousiast. Na het laatste applaus wisselen we van plaats met onze collega’s uit Emmen. En ook zij spelen met heel hun hart. Het is wel leerzaam te zien, hoe de repertoirekeuze - naast de overeenkomsten – verschilt: wij met meer rock- en jazzstandards, zij met meer latin. Ik betrap mij erop, dat mijn aandacht tijdens hun optreden vooral uitgaat naar de tenorsaxofonisten. Zou dat zo met iedereen zijn gegaan? Kijken hoe anderen, die hetzelfde instrument bespelen, het doen?

Het einde. Geroezemoes. Het publiek draait om naar de bar. Tap open, lessenaar dicht. Voor sommigen begint het pas, maar voor de meeste is het afgelopen. Met een niet te bedwingen grijns van voldoening slenteren zij richting huis.

Dick

 

 
    Foto
    Picture
    Foto

    RSS Feed

    Archives

    Januari 2013
    December 2012
    November 2012
    Oktober 2012
    September 2012
    Juli 2012
    Juni 2012
    Mei 2012
    April 2012
    Maart 2012
    Februari 2012
    Januari 2012
    December 2011
    November 2011
    Oktober 2011
    September 2011
    Juni 2011
    Mei 2011
    April 2011
    Maart 2011
    Februari 2011
    Januari 2011
    December 2010
    November 2010
    Oktober 2010
    September 2010
    Augustus 2010
    Juni 2010
    Mei 2010
    April 2010
    Maart 2010
    Februari 2010
    Januari 2010
    December 2009
    November 2009
    Oktober 2009
    September 2009

Photos from DJ Buck, maartmeester