Long time ago…
Noord-Sleen 13-10-12
Beste Johan,
Sorry, dat ik wat traag reageer op je laatste brief. We hebben het ook zo druk in het begin van het verenigingsjaar, jij en ik. Natuurlijk is er wel een verschil. Jij bent druk met werken, ik ben druk met vakantie vieren. Ergens in het zuiden des lands en op een plek, waar 3G en Wifi nog niet beschikbaar zijn. Dat is balen. Er moeten nog midibestanden gemaakt en ge-upload worden voor de kerstuitvoering en de website van de bigband moet nog geschoond worden. En ik had me voorgenomen een wervende tekst te schrijven om mensen uit te nodigen vooral nu al kaarten te kopen voor onze uitvoering samen met de Ierse groep Porterhouse in het Hofpoorttheater. De voorraad slinkt al snel en waarschijnlijk zullen aan de zaal nog maar weinig kaarten beschikbaar zijn. Maar ik heb dat allemaal niet kunnen doen. Ik heb nooit kunnen vermoeden, dat een mens zo afhankelijk kan worden van een internetverbinding! Gedurende deze week heb ik mij vaak af zitten vragen, hoe we dat dan vroeger deden? Had ik nou internet gehad, dan had ik dat even opgezocht. Wikipedia is er goed voor! Maar dat kon dus niet. Dus heel ouderwets, liggend in mijn luxe terrasmeubilair (zo stond het in de folder…) en in het najaarszonnetje heb ik mijn geheugen moeten gebruiken. Nu is dat wel een getraind geheugen (grapje). Daar helpen allerlei hulpprogrammaatjes op het www mij bij. Maar toch…
Ik herinner me vakanties in de jaren 50, waar de bagage een week van te voren in een supergrote hutkoffer met van Gend & Loos naar het vakantiehuisje werd gebracht. Een dag of twee voor ons vertrek brachten wij de fietsen naar het station. Die kregen dan een geel plaatje achterop, waar de bestemming op werd vermeld. Wij reisden met de trein naar het station dat het dichts bij de vakantiebestemming was, hoopten, dat onze fietsen waren gearriveerd (soms wel, soms niet, De NS had toen al moeite met de logistiek) en fietsten vervolgens de laatste 20 km met volgepropte canvas zijtassen (geen plastic!) naar ons vakantiehuisje, hopende dat het niet zou tegenvallen, want folders van die oorden waren er nog niet. Soms zie ik nog wel eens een foto uit die tijd. Ondergetekende met broers en zuster, allemaal in de zelfde zelfgebreide truien met horizontale banen, die – naar ik later begreep – het makkelijkst waren te breien.
Noord-Sleen 13-10-12
Beste Johan,
Sorry, dat ik wat traag reageer op je laatste brief. We hebben het ook zo druk in het begin van het verenigingsjaar, jij en ik. Natuurlijk is er wel een verschil. Jij bent druk met werken, ik ben druk met vakantie vieren. Ergens in het zuiden des lands en op een plek, waar 3G en Wifi nog niet beschikbaar zijn. Dat is balen. Er moeten nog midibestanden gemaakt en ge-upload worden voor de kerstuitvoering en de website van de bigband moet nog geschoond worden. En ik had me voorgenomen een wervende tekst te schrijven om mensen uit te nodigen vooral nu al kaarten te kopen voor onze uitvoering samen met de Ierse groep Porterhouse in het Hofpoorttheater. De voorraad slinkt al snel en waarschijnlijk zullen aan de zaal nog maar weinig kaarten beschikbaar zijn. Maar ik heb dat allemaal niet kunnen doen. Ik heb nooit kunnen vermoeden, dat een mens zo afhankelijk kan worden van een internetverbinding! Gedurende deze week heb ik mij vaak af zitten vragen, hoe we dat dan vroeger deden? Had ik nou internet gehad, dan had ik dat even opgezocht. Wikipedia is er goed voor! Maar dat kon dus niet. Dus heel ouderwets, liggend in mijn luxe terrasmeubilair (zo stond het in de folder…) en in het najaarszonnetje heb ik mijn geheugen moeten gebruiken. Nu is dat wel een getraind geheugen (grapje). Daar helpen allerlei hulpprogrammaatjes op het www mij bij. Maar toch…
Ik herinner me vakanties in de jaren 50, waar de bagage een week van te voren in een supergrote hutkoffer met van Gend & Loos naar het vakantiehuisje werd gebracht. Een dag of twee voor ons vertrek brachten wij de fietsen naar het station. Die kregen dan een geel plaatje achterop, waar de bestemming op werd vermeld. Wij reisden met de trein naar het station dat het dichts bij de vakantiebestemming was, hoopten, dat onze fietsen waren gearriveerd (soms wel, soms niet, De NS had toen al moeite met de logistiek) en fietsten vervolgens de laatste 20 km met volgepropte canvas zijtassen (geen plastic!) naar ons vakantiehuisje, hopende dat het niet zou tegenvallen, want folders van die oorden waren er nog niet. Soms zie ik nog wel eens een foto uit die tijd. Ondergetekende met broers en zuster, allemaal in de zelfde zelfgebreide truien met horizontale banen, die – naar ik later begreep – het makkelijkst waren te breien.
En wat deden we daar dan? Bomen klimmen, kuilen graven, wandelen en fietsen, wat met een bal spelen (waarschijnlijk van kinderen uit het huisje naast ons, want wij hadden geen bal bij ons. Nou ja, een plastic balletje ter grootte van een fors uitgevallen tennisbal. Die kon nog wel mee).
En lezen. We lazen veel. Nee, fout, geen strips! Hoewel, we waren geabonneerd op Donald Duck en die ging wel mee. Als boek las ik de serie van Karl May (Old Shatterhand en Winnetou) en Arendsoog. En ook de avonturen van De Vijf werden door mij gespeld, naast de boeken van Bob Everts. Wie kent ze nog? Jij? Muziek werd er niet gemaakt. Mijn moeder speelde goed piano, maar dat deed ze alleen thuis op een oude – dus valse – Franse – dat is dubbelop – piano. Ze speelde dan geen klassieke muziek, maar vooral liedjes, die toen al “evergreens” werden genoemd. Maar op vakantie ging de piano niet mee en keyboards bestonden nog niet. Ik had wel een klarinet. Maar vakantie is vakantie. Eindelijk hoefde ik niet bang te zijn dat ik aan het einde van de week een nieuwe smoes moest verzinnen omdat ik mijn etudes niet kon spelen. Hoe heetten die boeken ook al weer: Robert Kietzer? Vreselijk. We speelden ’s avonds bordspelletjes: trictrac, mensch erger je niet, ganzebord en dammen. Van kaarten bouwden we alleen torens, die bij het minste of geringste zuchtje wind in elkaar vielen. Later leerde ik Canasta van mijn grootmoeder. Je hoort daar nooit meer van. Speel jij dat spel? Ik hoor het wel. Nu ga ik de eerdergenoemde werkzaamheden maar eens oppakken. Ik zet er een lekker muziekje bij op (o.a. “my funny Valentine”, dat ken je natuurlijk) en dan gaat het vlot,
Hartelijke groet,
Dick
En lezen. We lazen veel. Nee, fout, geen strips! Hoewel, we waren geabonneerd op Donald Duck en die ging wel mee. Als boek las ik de serie van Karl May (Old Shatterhand en Winnetou) en Arendsoog. En ook de avonturen van De Vijf werden door mij gespeld, naast de boeken van Bob Everts. Wie kent ze nog? Jij? Muziek werd er niet gemaakt. Mijn moeder speelde goed piano, maar dat deed ze alleen thuis op een oude – dus valse – Franse – dat is dubbelop – piano. Ze speelde dan geen klassieke muziek, maar vooral liedjes, die toen al “evergreens” werden genoemd. Maar op vakantie ging de piano niet mee en keyboards bestonden nog niet. Ik had wel een klarinet. Maar vakantie is vakantie. Eindelijk hoefde ik niet bang te zijn dat ik aan het einde van de week een nieuwe smoes moest verzinnen omdat ik mijn etudes niet kon spelen. Hoe heetten die boeken ook al weer: Robert Kietzer? Vreselijk. We speelden ’s avonds bordspelletjes: trictrac, mensch erger je niet, ganzebord en dammen. Van kaarten bouwden we alleen torens, die bij het minste of geringste zuchtje wind in elkaar vielen. Later leerde ik Canasta van mijn grootmoeder. Je hoort daar nooit meer van. Speel jij dat spel? Ik hoor het wel. Nu ga ik de eerdergenoemde werkzaamheden maar eens oppakken. Ik zet er een lekker muziekje bij op (o.a. “my funny Valentine”, dat ken je natuurlijk) en dan gaat het vlot,
Hartelijke groet,
Dick