
Zittend op de voorste rij hoor je de meest ongeloofwaardige verhalen achter je. Dit keer was er het verhaal van die drummer met lang haar. Bij heftige passages kwam het voor – volgens de verteller – dat de drumsticks in zijn haar vast raakten, waardoor het ritme grondig verstoord werd. Ik zie dat dan voor me: een gezette knaap met kringen onder zijn ogen van vul-maar-in, die paniekerig één van zijn stokken uit zijn krullen probeert te trekken voor het “moment suprème”, de grote stilte in de partituur, waar alleen de percussionist hoorbaar is in een indrukwekkende en vooral ingewikkelde (leuk woord in dit verband) solo.

Oké, eerlijk is eerlijk: de musical Hair is een van mijn favorieten. Er zitten prachtige liederen in met aangrijpende teksten. Neem bijvoorbeeld Easy to be hard, prachtig in beeld gebracht, fantastisch gezongen. Of een ander voorbeeld: Frank Mills.
Je hoort ze eigenlijk nooit meer, die musicalsongs. Het lijkt wel of daar een beetje op neer gekeken wordt. Als je de teksten duidelijk uitspreekt bij het zingen, dan krijg je van Angela Groothuizen meteen een berisping: het lijkt wel of je een musicalzanger bent!... En dat heeft dan een negatieve bijklank. Jammer. Want veel songs uit musicals zijn eigenlijk heel mooi. Onlangs is Miss Saigon weer in productie genomen. Daar staan nummers in als The Last Night of the World. Een ander voorbeeld is Jesus Christ Superstar met nummers als Everything’s allright en Damned for all Timeblood Money. En weet je wat het mooie is: al die nummers lenen zich stuk voor stuk voor jazz en improvisatie en niet alleen voor dat soort muziek….
Dick