BigBand Coevorden
  • Home
  • De Bigband
    • Huidige bezetting
    • Ontstaan
    • Waar en wanneer?
  • Mag ik meedoen?
  • Vacatures
  • Contact
  • Bandleden Only

Aflevering 32

30/3/2010

 
Eén april?

Nee, het is 2 april, Goede Vrijdag. Dán hebben we een uitvoering in Coevorden. U komt toch ook? Onze collega’s uit Emmen zijn eveneens van de partij. 
Vanavond hadden we de generale. Zoals dat hoort, ging niet alles even gesmeerd. Maar de onzorgvuldigheid werd ruimschoots gecompenseerd door de luim. Je kan in onze band niet achteloos wat zeggen of een aantal musici scoren in het open doel. Vanwege de leeftijd van sommige lezers van dit blog én vanwege de vrouwenemancipatie kan ik de spitsvondigheden hier niet herhalen. U moet er dus naar raden..
We spelen vrijdag in  Marktzicht. Veel mensen zijn die dag vrij. Maar de meesten hebben in die dagen andere muziek in hun hoofd dan bigbandmuziek. Het is passietijd.
Ik heb nooit veel op gehad met klassieke muziek, hoewel ik het altijd gespeeld heb toen ik nog les had. Zo ging dat toen. Er werd niet gevraagd: wat vind je leuk om te spelen? Nee, er werd een methode uit de kast getrokken en je begon op bladzijde 1. Na enige tijd kwamen de beroemde klassieke thema’s één voor één voorbij. Eerst de makkelijke en daarna de steeds moeilijker fragmenten. Jazz zat er nooit tussen. Als je mazzel had, kwam er wel eens een volksliedje langs: ich weiss nicht was soll es bedeuten… Nee, klassiek, daar had ik niets mee, alhoewel… De barokmuziek vond ik wel te beluisteren. Fuga’s waren en zijn voor mij - met mijn technische instelling – fantastische canons en Anna Magdalena’s “Notenbüchlein” was door zijn schijnbare eenvoud een door mij veel gebruikt boekwerkje. Dat had ik bij de Slegte in Rotterdam gekocht. Er was blijkbaar weinig vraag naar. En dan de oratoria van Bach en Handel met ontroerende aria’s en spetterende koorwerken. Overigens hebben Haydn en Felix Mendelssohn-Bartholdy – geen Barokkers – later ook oratoria geschreven, maar dit terzijde. Bach en Händel dus. Wie kent ze niet, de Aria’s, zoals Oh haupt vol Blut und Wunden (om in Paassfeer te blijven), waarbij ik altijd aan Paul Simon moet denken – en omgekeerd… En de ironie van het geheel is, dat naar alle waarschijnlijkheid beide het stuk niet hebben geschreven…

Bij mijn naspeuringen merk ik overigens, dat Bach wel, maar Händel geen Paasoratorium heeft gecomponeerd. Zou Bach – of zijn opdrachtgever – somberder zijn geweest dan Händel? Die somberheid is anders wel troef in de klassieke muziek. Als je gewoon turft – bijvoorbeeld op Choral Wiki, een aanrader voor iedere belangstellende voor Klassieke muziek - hoeveel cantates, aria’s en andere muziekvormen zijn geschreven met als onderwerp lijden en verdriet, in vergelijking met de composities over vreugde en blijdschap, dan slaat de balans over naar de triestigheid.

Een eeuw voor Bach, midden 16e eeuw was bijna alle muziek, die schriftelijk werd vastgelegd kerkmuziek. (Ik zeg dit erbij, omdat de boertige muziek, zoals dansen en gezongen verhalen  wel degelijk bestonden, maar niet op schrift werden doorgegeven.) In alle landen zijn wel componisten, die zich met de Paastijd hebben beziggehouden. Eén daarvan was een Spanjaard,  Tomás Luis de Victoria. Hij heeft veel geschreven. Makkelijk in het gehoor liggende motetten, die je heel eenvoudig zou kunnen verjazzen, met een goede ritmesectie eronder. Ik ga er maar eens een paar van downloaden en er op improviseren. Mijn invulling van de Paas wordt een lijdensweg voor mijn omgeving, vrees ik…

Dick

Aflevering 31

24/3/2010

 
Systeem

Hij heeft – eindelijk -  een systeem, Gertjan. Ik weet niet welk systeem en ook niet hoe het werkt maar Gertjan weet er de weg in. “We doen Send in the Clowns”, sprak Gerard. : “Aha”, kwam er geluid van achter: “Hier heb ik het al!”. De anderen hadden nog maar nauwelijks begrepen, welk stuk we zouden spelen, maar bij Gertjan stond het al op de lessenaar. Breed lachend, eigenlijk een beetje verrast door zijn eigen behendigheid, riep hij: “Noem maar op, ik vind het zó”.
Ja, de wereld verandert. In Knock on Wood zitten op een paar plekken een groepje van 3 maten, die geheel
syncopisch gespeeld worden. Daar zit altijd het risico in, dat je net te vroeg de toon aanzet, waardoor je steeds sneller gaat spelen (ben ik nog te volgen?). Meestal is de ritmesectie (en daarin m.n. de bassist en de drummer) de groep, die dan het tempo opvoert. Maar vanavond waren het de blazers, die op hol sloegen. De wereld verandert: change! Blijkbaar zijn de idealen van een wereldleider voldoende krachtig om overal op onze planeet en dus ook in Coevorden verandering te brengen.
Abusievelijk had Gerard het nummer How High the Moon niet op de speellijst gezet voor 2 april. We hebben het ook nauwelijks gerepeteerd. Maar hij en Dianne willen het graag in Marktzicht (
zij zijn wel op Hyves!) laten horen. “Kan wel, hè?”, manipuleerde Gerard de band. “Yes, we can!”. En dus doen we het. Niets in de wereld kan dat nog veranderen. In Hot Fudge zit een gitaarsolo. Hoe komt het dat ik die nooit eerder gehoord heb? Spelen wij-van-de-eerste-rij dan zo hard? Enfin, vanavond was hij er ineens en hoe! Dat inspireerde niet alleen mij, maar ook de dirigent. “We maken de solo langer, voegen nog een drumsolo toe en de band begint pas weer “on cue”, kan dat?” Dat kan. Natuurlijk kan dat vanavond en alle volgende avonden. Change, yes we can!
Nu denk je natuurlijk: “wat herhaalt hij vaak een paar zinnetjes.” Nou kijk, dat heeft een reden. Herhaling maakt de dingen krachtiger, of leuker, of duidelijker. Elvira duidde mij er op. Het is een bekend mechanisme. Obama doet het niet als eerste. Elke one-liner werkt pas als je hem vaak herhaalt. Een jazzsolo wordt toegankelijker als je patronen repeteert, een grap wordt leuker als je elke keer weer tegen dezelfde eenzame boom op de verder lege weide loopt. Herhaling maakt dat je iets beter beheerst. Opvoeding is op dit principe gebaseerd. En kinderen maken zelf ook gebruik van de herhaling door te blijven zeuren, tot het doel bereikt is.
In de muziek wordt ook veel herhaald. Dat heeft het voordeel voor de componist of arrangeur, dat hij/zij niet alles hoeft uit te schrijven, maar gebruik kan maken van dikke balken, voorafgegaan door dubbele punten om aan te geven, dat je dat stuk nog maar eens moet spelen. Soms maken ze het echt ingewikkeld. Dan worden Segno-tekens en Coda’s toegevoegd. De úitleg is al moeilijk. Alsof je tijdens het spelen tijd hebt om al die verwijzingen op te sporen! Er is een stuk – dat we ook op de 2e april spelen – waarin ik steeds weer vastloop. Mijn buren spelen passages, die ik niet zie en als ik dat mooie loopje speel, ben ik de enige! Daarom worden partituren voorzien van gele, rode of groene punten en pijlen om de weg te wijzen. Een soort Tom-Tom avant la lettre. Ik zou blij zijn, als ze dáár nu eens een nieuw systeem voor bedachten, voor de verandering!


Dick.

Aflevering 30

17/3/2010

 
Band

De standaard staat voor me. Mijn bladmuziek bevestigt het tijdelijk eigendom. Tweede stoel van rechts gezien vanuit de dirigent. Het orkest druppelt binnen. De één vouwt zijn eigen standaard uit, de ander kijkt met jaloerse ogen naar mijn opstelling en speurt vervolgens het slagwerklokaal af naar een verdwaalde en nog niet geannexeerde lessenaar. Ik pak mijn sax uit. Een heel gedoe in zo`n klein lokaal met al de koffers. Waar laat je ze? Ik schuif de logge saxverpakking tegen de muur en zie nog net Elvira met een blij gezicht gaan zitten. We hebben een vaste opstelling, moet je weten. Eigen initiatief wordt v.w.b. de zitplaats in het orkest niet op prijs gesteld. Jammer eigenlijk. Het is wel eens leuk om áchter de trombones te gaan zitten in plaats van ervoor zoals nu. Blazen wij eens in hun oren!  Enfin, laten we maar solidair blijven met Gerard, de dirigent. Het zou een puinhoop worden als hij ook vrij was in het kiezen van zijn plaats. En hij krijgt altijd alle herrie op zich af. Geloof me, dat is heel wat, ondanks de leverkleurige oordopjes, die hij tegenwoordig draagt. Elvira zit dus en kijkt tevreden en een tikje trots om zich heen: let the show begin.  Maar door haar – overigens legale – actie zijn de stoelen voor de tenoren grotendeels bezet. Stoel erbij, standaards omwisselen. Ai, daar gaat mijn bladmuziek, late trompettist, kan ik er nog even langs, is deze stoel vrij? Uiteindelijk zitten we allemaal min of meer ontspannen in afwachting van wat we gaan spelen. De concentratie bij de leden neemt toe naarmate we dichter bij een uitvoering komen en dat is nu het geval. Ook Gerard wil de puntjes op de i zetten. Die puntjes zijn wel een onderwerp in de bigband, net als de dakjes en boogjes. De partituren worden volgekalkt met puntjes en dakjes. Puntjes erop, puntjes eronder, puntjes erachter (ik begrijp nu dat dat dan iets anders betekent), dakje erop, liggend dakje erop, omgekeerd dakje erop, uitgetrokken liggend dakje eronder, soms met de nok links, soms met de nok rechts, afgewisseld met bogen binnen en over de maat en van boven naar onder en v.v., strak en gekronkeld (slurs), alles komt voor. Het is moeilijk die spelaanwijzingen foutloos te spelen. Articulatie – net als dynamiek - moet je aanvoelen, is het credo. Dat lukt wel als we naar elkaar luisteren. En dat doen we. Op de voorste rij houden we onze oren gespitst naar achteren, want daar komen de meeste en scherpste opmerkingen vandaan. Spitsvondigheden, en grappen, letterlijk uitgevoerde opdrachten, die niet zo bedoeld zijn. Het komt allemaal van achteren. Spelen in een band is niet alleen muziek maken. Het is vooral plezier met elkaar hebben en als je dat hebt, komt de muziek vanzelf. Goede sfeer bindt.
Vandaag spelen we 2 langzame, melige nummers: Here, there and Everywhere van de Beatles en Send in the Clowns uit de musical A little Night Music. Wel mooi, maar slaapverwekkend voor sommige instrumentalisten. Je blijft tellen. In mijn enthousiasme zet ik te vroeg in (iedereen kijkt) en bij de herhaling te laat, zodat ik de eerste achtsten moet laten lopen (niemand, die het merkt…). Zo gaat dat in een Bigband. De muziek is vergevingsgezind en de leden zijn flexibel. Het lijkt me, dat in een klassiek orkest fouten eerder opvallen. Of misschien toch ook niet….


Dick

Aflevering 29

9/3/2010

 
Eenzaam, maar niet alleen.

De laatste tonen sterven weg. "Dit is het voor vanavond, mensen", spreekt de bandleader. De instrumenten worden ingepakt en de stoelen gestapeld. Iedereen gaat zijnsweegs.

Ik stap in mijn auto. Het koude stuur draait traag om zijn as. De lichten schijnen op een verlaten weg. Coevorden by Night. Lege straten, in de verte een net aangekomen trein. Rijen lantaarnpalen. Ik zie ze voorbijflitsen. Dan knippert er een lampje en slaat er een gong. Brandstof is tot een minimum gedaald. Gelukkig kan ik tanken. Ik tank altijd op dinsdagavond. Dat komt zo uit. Ik verlaat de auto en schroef de dop los. Diesel staat er met grote letters. Ik wandel naar de automaat en doe de vereiste handelingen: aanraakgevoelig scherm bespelen, pin invoeren, pomp kiezen. Ik loop terug en hang de slang in de daarvoor aangebracht opening. De wind giert om het tankstation. En dan komt de auto. De lichten knipperend, de ramen wijd open en daaruit hangt tenminste één jongeling, die mij uitbundig toezwaait, begeleid door de dubbeltonige hoorn van de auto, die een reine kwart produceert. Het is het Oosterhesselse deel van de band. Hun enthousiasme kikkert me op. Ik ben toch niet zo alleen meer in het uitgestorven Coevorden. Ik haal mijn bonnetje op, spring in de auto en zet de achtervolging in. Tevergeefs natuurlijk. De rijstijl van de chauffeur doet vermoeden, dat er een variabele snelheidsbeperking is ingesteld op de N34. Rijdend over het viaduct bij Dalen zie ik nog net de twee rode puntjes van de achterlichten in de richting van Meppen verdwijnen. Ik glimlach en overdenk de repetitie. We waren vanavond geconcentreerd zonder saai te zijn. Gelachen wordt er altijd.  Binnenkort is er een uitvoering. We spelen een uur en dat zal weinig moeite kosten. De puntjes zijn vanavond op de i gezet. Gerard stond meer achter het orkest dan ervoor, meelezend met de verschillende partijen, eigen interpretaties van het geschrevene vervangen door de zijne. Het programma is gevarieerd. Here, there and everywhere is zoetig en melodieus. Children of Sanchez is vurig. Big Spender zwoel en geheimzinnig. We herhalen vaak. Moeilijke passages worden erin gehamerd. Omdat we vanavond een aantal musici missen, vallen de aanwezigen en dus hun prestaties extra op. Ik verbaas me altijd hoe snel een foute matenreeks door de band goed wordt gespeeld. Voelt goed. Ik rem af. Vrachtwagens rijden maximaal 90! Bij Erm kan ik eindelijk weer vaart maken, maar helaas moet ik er daar af. Vanaf daar kom ik geen mens meer tegen. Drenthe na 9 uur is op slot. Nog een bochtje, 5 drempels en 2 rotondes en ik ben thuis. De laatste sneeuw kraakt onder mijn zolen. Doe de deur open en zet mijn tenorsax in de gang. Het is weer voorbij voor een week. Jammer.

Dick

Aflevering 28

1/3/2010

 
't Was leuk...

 Soms moet een mens eens gek kunnen doen. In dat verband moet ik je even mijn ervaringen vertellen. De zangvereniging, waar ik lid van ben, geeft onderdak aan allerlei koren. Natuurlijk is er een groot gemengd koor en een shantykoor. Maar men boort ook andere repertoires aan, die door wisselende groepen worden vertolkt. Zo probeert de zangvereniging te overleven in deze moeilijke tijden en een brede groep mensen te interesseren voor het zingen in welke vorm dan ook. Jaarlijks geven ze twee uitvoeringen in één weekend, die altijd al ruim van tevoren zijn uitverkocht. Afgelopen weekend was het zo ver. Ruim honderd zangers en zangeressen betraden het podium. Niet allemaal tegelijk natuurlijk. Er passeerden gedurende twee en een half uur een kinderkoor (Ozewiezewoze), een shantykoor (de Jongbloedvaarders), een popkoor met tieners (projectkoor), een groot gemengd koor (Pur Sang), een cabaret-“koor” (De Wandeling) en De Uitdaging.

De Uitdaging! Een uitdaging moet je aannemen. Elk jaar vraagt het bestuur aan de verschillende groepen, wie de Uitdaging komend jaar aanneemt. Dit jaar waren het de Jongbloedvaarders, die die wel op zich wilden nemen. Acht kerels besloten om de Dubliners te imiteren. In aflevering 16 van dit blog heb ik het daar al eens over gehad. Toen kon ik vanwege de gebruikelijke geheimhouding over hoe De Uitdaging er uit gaat zien nog geen man en paard noemen. Toen was de start, nu is het afgerond. In de tussentijd is er hard geoefend: op het zingen – Ierse teksten zijn niet makkelijk -, op het bespelen van de verschillende instrumenten én op de choreografie. Er is veel pret gemaakt en bergen van schroom zijn overwonnen, want vorige generaties waren wat minder los dan de huidige. Tussen de jongste en de oudste deelnemer aan de Uitdaging zat uiteindelijk meer dan 50 jaar… De liedjes instuderen was geen punt. Wat ik in aflevering 16 beoogde is ruim gelukt. De zangers in beweging krijgen bleek eigenlijk ook geen probleem, al kan ik niet zien, wat voor moeite het hun van binnen heeft gekost. En zelfs het bespelen van hun zelf gekozen en soms zelfs zelfvervaardigde instrument is goed gelukt. Voor de toeschouwers moest het lijken of wij een stel stamgasten van een pub waren, die elkaar daar dagelijks  ontmoetten en met zingen en een biertje de gezelligheid verhoogden. In een pub is niets georganiseerd. In een pub loop je willekeurig door elkaar. In een pub wordt een lied wel eens afgebroken, omdat iemand iets afwijkends doet of een gekke opmerking maakt. In een pub komen en gaan mensen.

En al die facetten hebben de heren(en één dame) met veel energie op het toneel gezet.
Het was een succes. Vooral voor ons zelf. Gitaren, die al meer dan 10 jaar niet meer waren aangeraakt zijn afgestoft en worden – ook na de uitvoering – weer regelmatig gebruikt. Mijn banjo heeft na 42 jaar eindelijk een nieuw vel gekregen en het spelen daarop is weer nieuw en dus leuk. Of de tamboerijn en het washboard nog gebruikt zullen worden vraag ik mij af. Hoewel de spelers zeer enthousiast waren, hebben zij maar beperkte mogelijkheid om thuis in hun eentje het instrument te gaan beheersen. Ze hebben zonder twijfel al heel veel opmerkingen over “dat ding” gehoord en anderen zullen wel stiekem gedacht hebben: “gaat het wel goed met hen?” Dat zal misschien ook wel gegolden hebben voor de tin whistle-speler, hoewel hij nog een melodie kon produceren en dat geeft toch wat meer erkenning dan een ritme-instrument als de schellenring.


Samenvattend: het was een leuke ervaring. En hoe blij ik ook ben niet meer onder etenstijd weg te hoeven voor een repetitie, ik zal de pret en het enthousiasme missen.

 
Dick

 
    Foto
    Picture
    Foto

    RSS Feed

    Archives

    January 2013
    December 2012
    November 2012
    October 2012
    September 2012
    July 2012
    June 2012
    May 2012
    April 2012
    March 2012
    February 2012
    January 2012
    December 2011
    November 2011
    October 2011
    September 2011
    June 2011
    May 2011
    April 2011
    March 2011
    February 2011
    January 2011
    December 2010
    November 2010
    October 2010
    September 2010
    August 2010
    June 2010
    May 2010
    April 2010
    March 2010
    February 2010
    January 2010
    December 2009
    November 2009
    October 2009
    September 2009

Photos used under Creative Commons from DJ Buck, maartmeester