De postbode belt altijd 2 keer...
“De beste wensen voor 2010”. “Ja, jij ook, en veel geluk”. We ontmoeten elkaar weer voor het eerst na de kerst. Veel handen schudden, een enkele kus en soms alleen een opgestoken hand. Hè, lekker, we zijn weer thuis! Ik popel weer om te spelen en om te gaan schrijven over onze lotgevallen.
Maar ik mag het er dit keer niet over hebben, over de verwarrende communicatie binnen het orkest na 3 weken van gedwongen rust. Ik mag niet schrijven over het noten lezen in relatie met het ritme en de eigen opvattingen daarover. Het is mij verboden om het te hebben over wat men allemaal wel niet weet over niet-bigbandleden. Dus doe ik dat ook maar niet.
Maar wat blijft er dan nog over om een verhaal te schrijven? Het weer (sneeuw!)? De vele nieuwjaarsrecepties, waar Frans heen moet? Zijn vermogen om gezien te worden? De – begrijpelijke – afwezigheid van de trombonisten (waarom plannen ze bij de harmonie een generale tijdens onze repetities)? De artistieke pink van Elvira, gebroken en in een bocht geheeld?
Tijdens de repetitie denk ik aan deze opgave. Op de achtergrond speelt Paul een paar jazzy akkoorden, die mij uitnodigen om mee te spelen. Maar ja, dat kan niet hè, we hebben een ander repertoire.
We werpen ons op Straighten up and fly high (wat een titel), het gaat niet slecht voor de eerste keer en na een sabbatical. Hot Fudge, Send in the Clowns – Stefan slaat eens extra hard om het einde van de maatwisseling ook voor de dirigent hoorbaar te maken -, Knock on Wood, we raken los. Het gaat weer lekker.
Ondertussen praten we elkaar bij. Zelfs Gerard valt het op en hij vraagt of de dames – natuurlijk – elkaar niet beter later kunnen bellen. Maar dat doen ze al...
Maar daar mag ik het niet over hebben.
Het is toch merkwaardig, dat een jaarwisseling een soort geestelijke reiniging bewerkstelligt bij mensen. Je sluit iets af en begint opnieuw. Energie, die was weggeëbt, is terug. We hebben er weer zin in. Ik kan nu een geschiedkundige, sociaal culturele of filosofische beschouwing geven over de betekenis van de jaarwisseling binnen de diverse culturen en door de eeuwen heen. Ik vrees echter, dat daarna de nieuwe energie weer helemaal zal zijn verdwenen. Maar neem nu maar aan, dat het handen schudden en zoenen – dat doen ze zo in het Westen, hoor ik – een grotere betekenis hebben dan de simpele handelingen doen vermoeden.
Over dat zoenen: op TV zie je ineens allerlei deskundigen adviezen geven aan werknemers over de wijze, waarop ze de zoen van die hijgerige collega kunnen ontlopen. Mijn vrouw en ik hadden daar onlangs een korte discussie over: hoort dat zoenen er nu gewoon bij, of is het inderdaad het moment, waarop mannen en vrouwen eindelijk de collega kunnen kussen, die daar eigenlijk niet op gesteld is. En wat is er mis aan een ferme pakkerd op beide wangen? Hoe het moet kun je op internet natuurlijk wel opzoeken
Het is een heikele zaak. Zelf ben ik niet zo'n op-de-werkplek-zoener. De eerste werkdag in januari liep ik dan ook met gestrekte arm en licht achterover gebogen direct en snel op mijn collega's af. Maar dat hielp niet altijd, helaas. Achter mijn bureau blijven was effectiever, maar niet zo sociaal. Een paar extra dagen vrij nemen werkte het beste.
Natuurlijk kun je ook lang van tevoren regelmatig binnen het bedrijf communiceren over wat je precies wilt op de eerste werkdag in januari. Er zijn voldoende aanleidingen voor: een verjaardag, die gevierd wordt, een dreigende epidemie, een vermoeden van een nieuwe relatie tussen collega's, een tv-programma, noem maar op. Altijd kun je het gesprek wel zo sturen, dat je tijdig je opvattingen over zoenen met Nieuwjaar kenbaar kan maken aan je potentiële agressor(en).
Tja, dit verhaal zegt veel over mij, hè? Mijn volgende verhaal gaat dan maar weer of rationele zaken. Dit is een uitglijder, een misser, een zwak moment zo je wilt. Maar wat wil je, als ik nergens over mag schrijven...
Dick