Albert
Op de muziekschool zie ik Jan Jannink nog wel eens. Als hoofdinstrument speelt hij klarinet, maar ik ben bij hem begonnen met de saxofoon. Onwillekeurig spreek je toch met elkaar over de klarinet. Ik vind het een mooi instrument en toen ik 13 jaar was, ben ik met dit instrument begonnen. Waarom ik dan nu saxofoon speel? Nou kijk, dat zit zo. Ik kreeg destijds klarinetles van de heer Bakema. Nee, niet die van Henk Elsink, maar klarinetist bij de Marinierskapel in Rotterdam. Wat een vak overigens. Elke week moest hij wel ergens opdraven in zijn galakostuum (in militaire termen ook wel GT (galatenue) genoemd) om al marcherend of in rotten van 4 en in de houding staand taptoes op te luisteren, nieuwe officieren te beëdigen, oude officieren te begraven, hoogwaardigheidsbekleders te verwelkomen etc. Mocht je dus zo'n functie ambiëren, denk goed na. Maar dit terzijde. Bakema dus. Hij had zo zijn opvattingen over saxofonisten. “Kijk”, zei hij dan:”klarinetspelen is hard werken. Omdat de boring cylindrisch is, blaast hij moeilijker aan, dan een saxofoon, die een conische boring heeft. Een saxofoon kan je met je neus nog aanblazen…”. En toen ik, nadat ik 30 jaar geen klarinet meer had aangeraakt, weer iets met muziek wilde doen en merkte, dat mijn embouchure op de klarinet helemaal weg was, besloot ik de bewering van Bakema te toetsen. En ja, hij had gelijk, al is het niet zo, dat je zonder enige oefening een goede toon uit de sax krijgt. Maar ik heb niet zo hoeven ploeteren als destijds, toen ik van de blokfluit overstapte op de klarinet.
Een paar maanden terug kwam ik Jan Jannink weer tegen. Hij meldde trots tegen de aanwezigen en niemand in het bijzonder, dat hij een nieuwe klarinet had. Eén met beduidend meer kleppen. Nu moet je weten, dat Jan een voorkeur heeft voor klarinetten met het Duitse systeem. De toon is minder hard dan de Franse systemen. Ik heb zijn nieuwe klarinet gezien en inderdaad, het is een prachtig ding. Maar wat het meest opvalt, is dat mijn klarinet maar de helft van de kleppen en brillen heeft van die van Jan! “Jij zal dus wel een hééél eenvoudige klarinet hebben”, merkte Jan tactisch naar mij op. Inderdaad, dat is ook zo. Ik heb het Albertsysteem.
In één van de nummers van de bigband staat een partij voor een klarinet. Die partij wordt eenstemmig gespeeld door de sopraansax van Tim. Terecht, want een klarinet hoort niet in een oorspronkelijke bigband. Niettemin bereid ik mij geestelijk en materieel voor op de vraag van Gerard, of ik wellicht dat stukje op mijn klarinet wil meespelen voor het geval Tim er een keer niet is. Ik ben derhalve weer voorzichtig begonnen met klarinet te spelen. Goh, dat ging “best wel” makkelijk. Zou het omgekeerde ook waar zijn: als je sax speelt, kun je zo je deuntjes meespelen op een klarinet? Maar ja, die klarinet van mij, hè. Dertien dichte klepjes en 2 of 3 ringkleppen, dan heb je het wel gehad. En de twee keer twee rolletjes die door de pinken bediend worden maken dat niet goed.
Dus ben ik mij gaan oriënteren op een andere klarinet. Ik ben het met Jan eens, dat de Duitse boring het instrument warmer doet klinken dan het Böhm-systeem, dat tegenwoordig de norm is. Daarom ga ik op zoek naar het verbeterde Albertsysteem: Oehler. Ik kom er – via de site van CQ in wikipedia achter, dat je naast het Oehlersysteem ook nog een Reform Böhmsysteem hebt. Die laatste heeft de boring van de Duitse klarinet, maar de kleppen en ringen van het Böhmsysteem. Wel een mooie klank dus, en toch de meer logische kleppentechniek van Böhm. En aangezien saxofoons allemaal – zover ik weet – het Böhmsysteem bezitten, moet overstappen niet al te ingewikkeld zijn.
Zoeken dus naar een goede tweedehands klarinet. Een mens went aan hoge prijzen, maar de hoogte van een gebruikte Oehler is niet redelijk meer in vergelijking met de prijzen van een inruil Böhmpje. Bijna 2 x zo hoog! Lage vraag en – dus - hoge productiekosten zijn daar de oorzaak van.
Ik kijk nog eens naar mijn Albert, oud, de rode houtnerf zichtbaar, het tonnetje wankel en de ringen geoxideerd, de kleppen onverzilverd en het serienummer nog nauwelijks leesbaar.... Jazzmusici van vroeger, die dixieland speelden hadden bijna allemaal een Albert, bedenk ik me dan.
Toch wel een leuk instrument…
Ik houd hem nog even!
Dick