Fiets
Hoe vreemd kunnen de gedachten van een mens gaan. Bij wijze van uitzondering zaten we met z'n allen rond de piano.Zo konden we de piano tenminste horen. Ik keek de alten en bariton recht aan, de trompetten zaten schuin tegenover mij. Dianne hing relaxed over een tafel, de zangpartij (vaak een gedownloade tekst van internet) verspreid voor zich, de microfoon achteloos balancerend tussen wijs- en middelvinger.
We speelden een swingend nummer. Volgens Gerard, de bandmaster, klonk het in het geheel niet swingend, meer als: hóem-pa, hóem-pa-pa (eerlijk gezegd, vergeleek hij het met een ander soort ensemble, maar die muzikanten wil ik niet beledigen, vandaar...).
Op dat moment schoot mij Daisy te binnen. Het zal wel komen door dat nadrukkelijke driekwarts ritme. Het was daarna een kleine moeite om op You Tube dat liedje terug te vinden. Het is daar in vele versies, maar die van Pat Philips is wel heel illustratief. Het is een zoetig en lief liedje (echt jaren 50) met als uitkomst, dat de niet rijke jongeling zijn geliefde een trouwpartij op de fiets voorstelt. Ik weet niet of dat huwelijk ooit is doorgegaan. Wel weet ik dat over de fiets en het fietsen veel is geschreven en gezongen. Jij kent ze ook wel, toch? Neem Paul van Vliet met Achterop de Fiets, of Herman van Veen met het hitje Fiets uit de jaren 70. In de negentiger jaren had je natuurlijk Clouseau. De Belgen vinden het fietsgebruik in Nederland wel een beetje “vreemd” blijkt uit een liedje van de Vlaamse Kinderen voor Kinderen: Fietsen in Nederland. Een ander bekend lied is Jimmy van Boudewijn de Groot in een versie van DJ Henry en Starkoo. Dat blijft een sterk nummer, hoewel ik wel eens een uitvoering zou willen horen van een “echte” zanger. Boudewijn de Groot is meer de luisterliedjesfiguur en minder de rockzanger.
Hoe vreemd kunnen de gedachten van een mens gaan. Bij wijze van uitzondering zaten we met z'n allen rond de piano.Zo konden we de piano tenminste horen. Ik keek de alten en bariton recht aan, de trompetten zaten schuin tegenover mij. Dianne hing relaxed over een tafel, de zangpartij (vaak een gedownloade tekst van internet) verspreid voor zich, de microfoon achteloos balancerend tussen wijs- en middelvinger.
We speelden een swingend nummer. Volgens Gerard, de bandmaster, klonk het in het geheel niet swingend, meer als: hóem-pa, hóem-pa-pa (eerlijk gezegd, vergeleek hij het met een ander soort ensemble, maar die muzikanten wil ik niet beledigen, vandaar...).
Op dat moment schoot mij Daisy te binnen. Het zal wel komen door dat nadrukkelijke driekwarts ritme. Het was daarna een kleine moeite om op You Tube dat liedje terug te vinden. Het is daar in vele versies, maar die van Pat Philips is wel heel illustratief. Het is een zoetig en lief liedje (echt jaren 50) met als uitkomst, dat de niet rijke jongeling zijn geliefde een trouwpartij op de fiets voorstelt. Ik weet niet of dat huwelijk ooit is doorgegaan. Wel weet ik dat over de fiets en het fietsen veel is geschreven en gezongen. Jij kent ze ook wel, toch? Neem Paul van Vliet met Achterop de Fiets, of Herman van Veen met het hitje Fiets uit de jaren 70. In de negentiger jaren had je natuurlijk Clouseau. De Belgen vinden het fietsgebruik in Nederland wel een beetje “vreemd” blijkt uit een liedje van de Vlaamse Kinderen voor Kinderen: Fietsen in Nederland. Een ander bekend lied is Jimmy van Boudewijn de Groot in een versie van DJ Henry en Starkoo. Dat blijft een sterk nummer, hoewel ik wel eens een uitvoering zou willen horen van een “echte” zanger. Boudewijn de Groot is meer de luisterliedjesfiguur en minder de rockzanger.
Ja, fietsen. Als iemand zegt: “ik fiets in mijn vrije tijd”, dan bedoelt hij of zij in negen van de tien keer, dat hij racet. En al de amateurcyclisten willen één keer in hun leven de Mont Ventoux op. Toen ik enkele jaren terug in Bedoin kampeerde, aan de voet van de kale Ventoux, waren ze er in groten getale. Jonge mensen, te oude mensen, mannen en vrouwen, die allemaal naar boven wilden. Wij hebben dat toen ook maar gedaan. In de auto, dat wel. Eigenlijk is het een berg als ieder ander. Het bijzondere van de Mont Ventoux is denk ik, dat hij alleen maar naar boven gaat. Nergens is er een punt, waar je even freewheelend kan bijkomen. Je moet steeds kracht leveren om omhoog te komen. Opmerkelijk is, dat je onderweg bijna altijd ook de partners van de ploeteraars (let op de alliteratie!) tegenkomt. Om een bemoedigend woord te schreeuwen, of om een stukje mee te wandelen (want zo langzaam gaat het vaak), of om drinken en eten aan te reiken. Deze fietser op de Mont Ventoux had het beter bekeken, maar hij is een uitzondering.
Fietsen en jazz worden wel vaker bij elkaar gezet. De jazzclub Assen organiseert jaarlijks Jazz by Bike, een happening, waarbij je van optreden naar optreden fietst. Ik heb het nooit gedaan, maar het lijkt me een prima initiatief. Ik zou het kunnen uitproberen in augustus, maar dan rond Groningen. Daar wordt een zomerjazzfietstour georganiseerd. Maar goed, weer terug naar de jazz zelf. Tom Waits heeft een prachtig lied geschreven en gezongen over een kapotte fiets, als metafoor voor heel wat ellende. (Nee, dan is de flashmob op de muziek van Queen leuker om ontspannen van te genieten…). Het nummer Broken Bycycles is gecoverd door veel grote artisten, zoals Bette Midler. Blijkbaar kan je met schrijven over gewone dingen goede composities maken. En over composities gesproken, heb je je eigen meesterwerk al ingeleverd bij CQ? Of doe je niet mee aan de wedstrijd “Jouw Compositie 2011” met je eigen werk? Het lijkt me hele ervaring als een eigen werk met groot orkest uitvoeren! Enfin, je hebt nog even tijd….
Dick
Dick