Je bent het inmiddels wel van me gewend. Ik schrijf over alles, maar altijd naar aanleiding van een heel specifiek feit. Dat kan van alles zijn: iets wat in de bigband gebeurde, een jaargetijde of feestdag, een krantenbericht, een reis of een voorval buiten de band, de teksten van de songs etc..
Dat schrijft makkelijk, omdat de onderwerpen voor het oprapen liggen. D.w.z. “makkelijk” als je je voldoende kunt concentreren. En dat lukt niet altijd. Neem nu vanavond. De band repeteert en ik ben er niet bij! Ik wil zelfs niet denken aan het moeten blazen op de tenorsax: het opbouwen van druk vanuit het middenrif, resulterend in 1,5 bar werkdruk in de mondholte; de beet op het hardrubberen mondstuk met mijn centrale incisieven . Het zweet breekt mij uit. Volgens mijn tandarts drukt de derde Molaar (verstandkies en ja, ik heb ze nog!) tegen een andere wortel, waardoor een levensgrote ontsteking is ontstaan. En dat gebeuren is van buitenaf zichtbaar gemaakt door een enorme zwelling, die mijn toch al geteisterde uiterlijk doet lijken op Shrek.
Tot mijn verbazing is naast vlinders in de buik, regen en zon, en andere bekende thema’s kiespijn ook een veel bezongen fenomeen. Tientallen songs in alle genres refereren ergens in hun tekst aan deze malheur. Neem Green Day,die zingt over “take the pressure from the swelling”. Oh, hoe goed begrijp de reactie van de man/vrouw, die erbij schrijft “This song goes out to my dentist”. En in welke lijst van vervelende dingen kiespijn hoort, bezingt Kate Nash in “I hate seagulls”, een aandoenlijk, beetje puberale tekst, dat wel.
Ligt het nu aan mij, of hoor je steeds minder Frans (en Duits) op de radio? Dat is wel jammer. Frans is een zwierige taal, die je als muziek in de oren klinkt. Ik ben nog van de tijd dat Franse chansons in waren en ik moet bekennen, dat de beelden van toen – flakkerend licht van de druipkaarsen in flessen, een visnet aan het plafond en rood, geel, blauw en groen licht door lampen achter flessen water met crêpepapier, een draaitafel op de grond met daar om heen singletjes en epeetjes, sherry op tafel en pinda’s en franse kaas - weer in mij opkomen als ik op de radio die enkele keer George Brassin hoor zingen over zijn jeugdherinneringen: “Dicht bij mijn boom leefde ik gelukkig. Ik had nooit weg moeten gaan van mijn boom. Dicht bij mijn boom leefde ik gelukkig. Ik had nooit uit zijn ogen moeten verdwijnen.” En dat gevoel krijg ik alleen maar bij de vertolking van George zelf. De jazzversie is best aardig, maar mist de warmte, die bezongen is.
Maar we dwalen af, herinnert mijn kaak mij. Komt Kiespijn ook voor bij bigbandmuziek? Zoeken en niet vinden. Helaas. Bigbandmuziek levert nooit kiespijn op. Logisch toch. Maar misschien is Nina Simone toch een beetje big band, als pleister op de wonde…
Dick