Het klinkt als een melancholieke songtekst. Ik zie het voor me: hij, langharig, zittend op zijn bed tegenover een lege lederen fauteuil, die vaag zichtbaar is in de schemering van zijn kamer. Een bijna opgebrande kaars flikkert zijn laatste schijnsel op het behang. Zacht zingt de jongeling de eerste woorden: Empty Chairs. Daarin vertelt hij over haar: de eerste ontmoeting, de spanning van wederzijdse verliefdheid, haar tederheid, zijn toewijding, maar dan de spanning van de ruzies en de achterdocht, de belachelijke koppigheid en haar vertrek.
Maar het is geen songtekst. De eerste rij in het orkest was uitgedund. Lege stoelen. Het merendeel – misschien alle – tenoren waren bezig met andere gewichtige zaken. Ik ook. In plaats van Gerard zie ik rook kringelen in de kille avondlucht van de Elzas. Vanuit de Romaanse kerk van Obernai, in de verte, hoor ik orgelmuziek. Er is een concert met werken van Bach en zijn tijdgenoten (je moet er van houden), Entree vrij! Dus als Nederlander hoor ik daar te zitten. Maar nee. Vanavond luister ik op afstand en geniet van de stilte van de Vogezen.
Ik heb er al eens eerder over geschreven. In het buitenland wordt meer waarde gehecht aan de traditie en aan de klassieke muziek dan in Nederland. Overal zijn orkesten en orkestjes te beluisteren of worden door ensembles werken van de klassiekers uitgevoerd in de vele, vele kerken, die het gebied kent. En de toeristen smullen ervan. Natuurlijk is er ook jazz te beluisteren. In augustus was hier een festival in de buurt, waar het Trio Rosenberg optrad. Daar heb ik nu natuurlijk niets aan.
Ondertussen denk ik aan wat er vanavond in Coevorden gebeurd is. Zijn er nieuwe nummers ingestudeerd? Is er een uitbreiding van de trombonesectie gearriveerd? Was Tom Gerard weer te vlug af met zijn ad rem reacties? Zijn er nieuwe moppen verteld? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is, dat de zon hier overdag schijnt, dat de temperatuur rond de 22 graden is en dat het wel hoogseizoen lijkt, afgaande op de drukte in de steden en stadjes en campings.
Volgende week ben ik weer terug. Mijn repertoire is dan uitgebreid met Elzasklanken en wellicht is mijn kleding uitgebreid met lederhozen en puntmutsjes en kniekousen.
Tot dan,
Dick