Heb jij dat ook? Dat als je nummers hoort, automatisch denkt: “goh, dat is iets voor de band”? Ik heb dat vaak. Ik merk, dat het leuk is voor het publiek als er nummers bij zijn, waar de band én het publiek los kunnen gaan. Don’t Stop is er zo één. Onlangs keek ik weer eens naar The Blues Brothers (deel één). Daar zit geweldige bigbandmuziek in zoals Everybody Needs Somebody. Je weet wel, dat nummer van: you, you, you, you. Geweldig. En dat dan eindeloos herhalen. Daar zijn we goed in. Wij spelen bij voorkeur uitsluitend “on cue”. En erbij zingen, met het dansje erbij natuurlijk! Is wel iets voor Jans, de trompettist, samen met Jaap. Geloof maar dat hun soepele performance enthousiasme oproept in onze dan uitverkochte zalen. Everybody enz. werd al gezongen door de Rolling Stones. Er is een opname uit 1965 van dat nummer. Toen was het ruige rock. Nu lijkt het wel Gert en Hermien. Ken je die? Het is niet goed met ze gegaan. Er waren in die periode meer duo’s: De Spelbrekers. Nina en Frederick, Jan en Kjeld, Esther en Abraham (wat een ogen!), de Selvera’s (over ogen gesproken), de Blue Diamonds, Simon & Garfunkel*), enz. We hebben heel wat duo’s gehad door de jaren heen, bedenk ik me nu. (Ik zal ze niet allemaal noemen, wees gerust.) Blijkbaar werkt die formule goed. Dat concept wordt heden ten dage nog steeds gebruikt. Ook nu zijn er veel tweetallen. Soms zijn het vaste formaties en soms zijn het gelegenheidscombinaties. Dat is typisch iets voor deze eeuw: soms samen, soms alleen. We houden er niet meer zo van om ons te binden en zien meer in korte en wisselende contacten. Nu weet ik, dat dit standpunt door een aantal bandleden met een verhoogde hormoonspiegel wordt beaamd, maar het gaat verder dan het sociaal verkeer. En het is ook niet wat bedoeld wordt met Everybody Needs Somebody. Maar dit even terzijde.
Niet alleen zangers vormen duo’s. In de jazz en de popmuziek nodigt de ene beroemdheid graag een andere uit om samen te spelen. Het publiek vindt zoiets leuk. Waarom? Ik weet het niet. Misschien om de meestal ongedwongen sfeer waarin het gaat. Er wordt bijna altijd gelachen. En dan lacht het publiek mee. De optredens binnen Vrienden van Amstel zijn hier helemaal op gebaseerd.
Als solist kun je ook het publiek aan het lachen krijgen. Zeker als je een “verse” zingt, op eigen tempo, zoals dat in het Interbellum gebruikelijk was en maar niet op het goede moment kunt inzetten, dankzij een onverstoorbare egotrippende pianist. Hebben wij ook niet een inleidend “recitativo” op het repertoire staan? En is dit niet een ludiek idee voor onze, overigens bescheiden pianist? Hoe hoog zou de maan dan komen te staan? Zaterdag, op de open dag van CQ Coevorden (je komt toch ook?) staat het nummer op het programma. Een kans!
Dick
*) Op verzoek van Rosan heb ik hier een linkje naar Simon & Garfunkel. Ik wist niet dat dit duo ook vandaag de dag nog fans had...