CQ:
ca·su quo [kaazuukwoo] bw als dat het geval is; om precies te zijn.
Tja, wat was nu het geval? Nou, om precies te zijn, we hadden een open dag in Coevorden. Veel bedrijvigheid om nieuwe leerlingen te werven voor de muziekschool. Het is altijd leuk om te zien hoe ouders hun kinderen tot vlak bij een instrument brengen in de hoop en verwachting dat het kind dat instrument zal grijpen. Tientallen keren hoor je de vraag: “En, lijkt het je wat?” niet altijd krijgen de ouders het gewenste antwoord. Op deze muziekmarkt is ook concurrentie. Het is stil bij “zang” en ook bij ‘klarinet’ zou het drukker mogen. Maar drums en keyboards trekken door hun volume meer aandacht. How sad. Docenten stappen uit hun cellen en leiden als echte “ploppers” kandidaatjes naar binnen. “Wil je de harp niet eens vasthouden?” “Doen, joh, misschien vind je dit hééél leuk”, roept de gemaakt enthousiaste vader tegen een verveeld kijkend jongetje en een klein meisje in een tutu. In de grote zaal zijn een paar dansgroepen bezig met een flitsende show. Met moeite ontwaar ik ze over de hoofden van de vele ouders, oma’s, tantes en ooms. Aan het eind van de dag speelt daar de bigband. Vanwege de verwachte grote opkomst worden van her en der stoelen aangesleept. Lessenaars uitgevouwen, instrumenten warm geblazen, de eerste toeschouwers haasten zich om een goede plaats te bemachtigen. Veel te laat, namelijk op etenstijd van de gemiddelde Drent zijn we aan de beurt. Wel acht belangstellenden hebben hun maaltijd naar een later tijdstip verschoven. Ik ken ze praktisch allemaal. Het zijn vooral onze “groupies”. Waarom doen we dit? Wat is de zin hiervan? Nou ja, we spelen weer even. Dat is altijd leuk. En omdat we vandaag niet kunnen repeteren vanwege examens van CQ, is dit een prima oplossing. Maar dan blijft de vraag: “waarom open dagen, dat doet toch iedereen?” en ook: “wat is het netto resultaat daarvan?” Hoeveel kinderen en volwassenen zullen naar aanleiding van hun bezoek aan zo’n open dag besluiten om een instrument te gaan spelen? Hebben de meeste al niet een besluit genomen? Krijgen de meeste bezoekers al geen les? Zijn de investeringen lager dan het rendement? Of heeft het gebeuren vooral een promotioneel doel: de krantenartikelen, de straatborden, RTV Drenthe. Je merkt, het gaat weer borrelen bij mij. Niets is leuker dan strategieën en tactieken te bedenken om de organisatie te laten groeien en te verankeren in de samenleving. Hoe maak je jouw instituut onmisbaar. Hoe blijf je in de “picture”. Zeker in deze financieel moeilijke tijd is dat een belangrijke zaak. In Drenthe houdt men niet van veranderingen (oeps, dat gaat me veel commentaar opleveren…). Elk jaar wordt alles op precies dezelfde manier gedaan. Nieuwe mensen worden door beduimelde draaiboeken op het “rechte” spoor gehouden. Geen risico’s, geen nieuwlichterige ideeën, geen discussies over of het nog wel past. En dat alles vanuit de gedachte, dat het al 100 jaar goed gaat en “dus” altijd wel zo zal blijven bestaan. Enfin, we speelden voor onze fans. Na afloop de gebruikelijke korte evaluatie, waarin duidelijk werd dat we te weinig optreden en weer naar huis. Eten en koffer pakken voor mijn reis naar Frankrijk de volgende morgen. Hoe zou het daar gaan, het muziekonderwijs. Zijn daar ook gesubsidieerde instellingen? Of leert men muziek van de ouders, grootouders of buurman? Ik zou het niet weten…
Dick
ca·su quo [kaazuukwoo] bw als dat het geval is; om precies te zijn.
Tja, wat was nu het geval? Nou, om precies te zijn, we hadden een open dag in Coevorden. Veel bedrijvigheid om nieuwe leerlingen te werven voor de muziekschool. Het is altijd leuk om te zien hoe ouders hun kinderen tot vlak bij een instrument brengen in de hoop en verwachting dat het kind dat instrument zal grijpen. Tientallen keren hoor je de vraag: “En, lijkt het je wat?” niet altijd krijgen de ouders het gewenste antwoord. Op deze muziekmarkt is ook concurrentie. Het is stil bij “zang” en ook bij ‘klarinet’ zou het drukker mogen. Maar drums en keyboards trekken door hun volume meer aandacht. How sad. Docenten stappen uit hun cellen en leiden als echte “ploppers” kandidaatjes naar binnen. “Wil je de harp niet eens vasthouden?” “Doen, joh, misschien vind je dit hééél leuk”, roept de gemaakt enthousiaste vader tegen een verveeld kijkend jongetje en een klein meisje in een tutu. In de grote zaal zijn een paar dansgroepen bezig met een flitsende show. Met moeite ontwaar ik ze over de hoofden van de vele ouders, oma’s, tantes en ooms. Aan het eind van de dag speelt daar de bigband. Vanwege de verwachte grote opkomst worden van her en der stoelen aangesleept. Lessenaars uitgevouwen, instrumenten warm geblazen, de eerste toeschouwers haasten zich om een goede plaats te bemachtigen. Veel te laat, namelijk op etenstijd van de gemiddelde Drent zijn we aan de beurt. Wel acht belangstellenden hebben hun maaltijd naar een later tijdstip verschoven. Ik ken ze praktisch allemaal. Het zijn vooral onze “groupies”. Waarom doen we dit? Wat is de zin hiervan? Nou ja, we spelen weer even. Dat is altijd leuk. En omdat we vandaag niet kunnen repeteren vanwege examens van CQ, is dit een prima oplossing. Maar dan blijft de vraag: “waarom open dagen, dat doet toch iedereen?” en ook: “wat is het netto resultaat daarvan?” Hoeveel kinderen en volwassenen zullen naar aanleiding van hun bezoek aan zo’n open dag besluiten om een instrument te gaan spelen? Hebben de meeste al niet een besluit genomen? Krijgen de meeste bezoekers al geen les? Zijn de investeringen lager dan het rendement? Of heeft het gebeuren vooral een promotioneel doel: de krantenartikelen, de straatborden, RTV Drenthe. Je merkt, het gaat weer borrelen bij mij. Niets is leuker dan strategieën en tactieken te bedenken om de organisatie te laten groeien en te verankeren in de samenleving. Hoe maak je jouw instituut onmisbaar. Hoe blijf je in de “picture”. Zeker in deze financieel moeilijke tijd is dat een belangrijke zaak. In Drenthe houdt men niet van veranderingen (oeps, dat gaat me veel commentaar opleveren…). Elk jaar wordt alles op precies dezelfde manier gedaan. Nieuwe mensen worden door beduimelde draaiboeken op het “rechte” spoor gehouden. Geen risico’s, geen nieuwlichterige ideeën, geen discussies over of het nog wel past. En dat alles vanuit de gedachte, dat het al 100 jaar goed gaat en “dus” altijd wel zo zal blijven bestaan. Enfin, we speelden voor onze fans. Na afloop de gebruikelijke korte evaluatie, waarin duidelijk werd dat we te weinig optreden en weer naar huis. Eten en koffer pakken voor mijn reis naar Frankrijk de volgende morgen. Hoe zou het daar gaan, het muziekonderwijs. Zijn daar ook gesubsidieerde instellingen? Of leert men muziek van de ouders, grootouders of buurman? Ik zou het niet weten…
Dick