Arrangement
Jammer geen repetitie voor mij deze week. Randstadproblemen verhinderen de pret. En ik had het mij zo mooi voorgesteld: de strap drukt stevig tegen mijn bovenste nekwervel. Mijn tanden zoeken het ingesleten kuiltje op het mondstuk. Mijn onderlip krult zich naar binnen. Ik haal een diepe teug lucht naar binnen en wacht af. Het gaat beginnen. Ik sluit mijn ogen als ik de bandleader hoor aftellen. Dat kan, want onze sectie begint het gevoelige nummer met een lange noot. Ik zet zachtjes aan en laat mij door het majeurakkoord opnemen. Je hebt er geen idee van – als je het tenminste niet hebt meegemaakt - hoe het voelt, als een orkest inzet met een min of meer gecompliceerd akkoord. Je kan er zó van genieten, dat je vergeet te spelen!
Jammer geen repetitie voor mij deze week. Randstadproblemen verhinderen de pret. En ik had het mij zo mooi voorgesteld: de strap drukt stevig tegen mijn bovenste nekwervel. Mijn tanden zoeken het ingesleten kuiltje op het mondstuk. Mijn onderlip krult zich naar binnen. Ik haal een diepe teug lucht naar binnen en wacht af. Het gaat beginnen. Ik sluit mijn ogen als ik de bandleader hoor aftellen. Dat kan, want onze sectie begint het gevoelige nummer met een lange noot. Ik zet zachtjes aan en laat mij door het majeurakkoord opnemen. Je hebt er geen idee van – als je het tenminste niet hebt meegemaakt - hoe het voelt, als een orkest inzet met een min of meer gecompliceerd akkoord. Je kan er zó van genieten, dat je vergeet te spelen!
Glenn Miller, een oudje van tussen de 2 wereldoorlogen, arrangeerde zijn stukken vaak met dergelijke akkoorden en zo werden zijn stukken herkenbaar. Ik ben niet de enige, die vier- en vijfklanken op zichzelf mooi vind. Koordirigenten beginnen vaak met het beginakkoord om te stemmen en om het koor te focussen. Maar je ziet dat een koor daar van geniet. Neem nou zo’n eerste akkoord van de Bohemian Rhapsody: “is this the real life”. Zacht gezongen wil je het wel een minuut of 2 aanhouden, die spanning, die prachtige verdeling tussen hoge en lage stemmen. Fantastisch gearrangeerd.
Het is maar onrechtvaardig verdeeld in de wereld van de muziek. Zangers worden beroemd en gewaardeerd, vanwege de prachtige vertolking van hun lied. Soms wordt de componist van de song nog genoemd (Jerome Kern, John Newbank), een enkele keer de tekstdichter (Dylan, Pierre Kartner), maar zelden de arrangeur, terwijl juist de arrangeur de kracht van de song bepaalt. Probeer maar eens een ander soort begeleiding te spelen onder een bekend nummer als Hotel California van The Eagles. Klinkt van geen kant. En is het niet zo, dat je vaak alleen het intro nodig hebt om een nummer te herkennen? Het arrangement bepaalt in hoge mate het succes van een nummer, durf ik te beweren. Neem nu een bekend Nederlands lied als “In Holland staat een huis” in de uitvoeringen van Mosselman, het Reicha Kwintet, de inspirerende versie van een amateur (hoop ik) pianist, de suite van een onbekend ensemble, of de recht toe recht aan versie zoals we die allemaal kennen… Het zijn allemaal verschillende versies, hoewel het motief hetzelfde is. Alleen de arrangementen (en – o.k. – de zangers/musici) zijn anders.
Ook bij een bigband is het arrangement van doorslaggevende betekenis. Een goed arrangement vijzelt de compositie op en verhoogt het speelplezier. Ik heb inmiddels heel wat arrangementen gezien. Ik ben niet altijd enthousiast. Een aantal bewerkingen zijn niets meer dan 4 uitgeschreven basisakkoorden, al dan niet gevarieerd in ritme. Maar soms kom je stukken tegen, die heel intelligent zijn vorm gegeven met verrassende wendingen in de akkoordenreeksen, die je wakker schudden. En dat Arrangement kan ook wel eens niét mooi zijn…
Dick
Dick