Trots stak hij zijn arm met daarin 6 cd’s omhoog. “Kijk”, sprak hij: “die heb ik gekregen en ik wil jullie één nummer laten horen, waarvan ik denk, dat jullie dat wel willen spelen…”. Vastberaden stapte hij naar de hoek van de oefenruimte, waar de installatie stond. We keken gespannen toe. Wat zouden we gaan horen? Een verjazzed nummer van Sting? Een lekkere rauwe relirock? Een rapnummer voor Dianne? Met een wijds gebaar drukte hij op de knop van de slede. Met enig gekraak opende de schuif zich en slikte het de cd in. En vervolgens: niets. Stilte, afgezien van een nauwelijks hoorbaar boertje uit de speakers. “Wat zouden we moeten horen?” vroegen we onze dirigent. “Nee, nee, dat is juist de verrassing”. En weg beende hij, het lokaal uit naar oorden, die wij niet konden waarnemen. Maar spoedig reeds was hij terug met onder zijn arm een mini gettoblaster, voorzien van een klap, waaronder een cd-speler zat verborgen. Helaas waren de batterijen op en moest er gezocht worden naar een stopcontact in een zaal waar normaliter bevallige voetjes licht dansen en tutuutjes en maillots aan de bar steun zoeten. We moeten de cd nóg horen.
We wisten inmiddels wel om welk nummer het ging. Enige deductie van de gemompelde tonen leidden tot you tube op de mobiel van Johan. Prima stuk en” ja”, dat willen we wel spelen.
En al die tijd speelde het orkest met veel humor én geconcentreerd de nieuwe bladmuziek. Je merkt, dat de tijd die we nodig hebben om ons nieuwe nummers eigen te maken afneemt. De typische bigband-patronen in de arrangementen worden herkend en vlotjes gespeeld. Zij het dat de timing af en toe nog wel rammelt. “de..eer..ste..maat..een..twee..drie! en dan een ricochet aan eerste inzetten.
Tjee, wat is dat toch moeilijk. Ík ben precies op tijd, maar de rest!
Behalve de pianist. Paul zit onbewogen achter de piano, glimlacht minzaam en speelt de sterren van de hemel zonder dat het hem enige moeite lijkt te kosten. En dat, terwijl hij tien partijen tegelijk speelt….
Dick