Eh one..., eh two... week nr. 38 - 2009
Zomer voorbij.
Naast de weemoed van het afscheid (de zon, de biertjes op het terras, de vrolijke mensen om je heen) is er ook weer het verlangen naar, de nieuwsgierigheid van het nieuwe seizoen. Welke optredens staan ons te wachten, welk repertoire gaan we spelen, hoe moeilijk kan het zijn? En natuurlijk, hoe is het met de rest van de bandleden?
Eigenlijk vreemd hè, je speelt een heel jaar in een ongelofelijk goede harmonie jazzy stukken. En dan komt de zomer als een onverbiddelijke pauze en gedwongen stilstand van 2 maanden.
Gelukkig weet Gerard ons goed te laten afsluiten én opnieuw te laten beginnen. En dat is geen sinecure!!
Want weet, een bigband is geen harmonie- of symfonieorkest, waar de leden – denk ik zo met een beperkte ervaring daarmee – zich een zelf gekozen discipline opleggen. Nee bigbandmusici doen hun eigen ding. Ze spelen dat de vonken er vanaf schieten, maar zijn daarvóór en daarna weinig serieus. En dat moet – denk ik – ook. Solo's, die veelvuldig voorkomen zijn creatieve processen. Prestaties van individuen of soms ook van een duo of trio binnen de band moeten niet teveel gehinderd worden door teveel strakke regels.
Maar goed, we zijn weer begonnen. Dirigent jarig, dus een traktatie! Kennis gemaakt met de nieuwe bandleden (hoera, guitaristen!), geïnformeerd naar de afwezigen, nog even gepraat over de 4e trombonist die we zo missen: “Kent iemand die op de t-bone mee wil en kan spelen?” Oude repertoire doorgespeeld, nieuw repertoire uitgereikt gekregen en gegeind en geroddeld over alles en nog wat.
Dat repertoire. Dat is best lastig. Natuurlijk kun je doen wat elke bigband doet: the American Songbook met wat uitschieters naar vroegere en latere jaren. Maar wij willen wat anders: een beetje van vroeger maar ook veel van nu. En er zijn prachtige bewerkingen voor bigband van songs uit deze en de laatste 3 decennia van vorige eeuw. Voor elk wat wils dus. En met elkaar lukt het ons aardig.
Het is wel gieren van het lachen, als we een stuk voor het eerst spelen (Ik zou het eigenlijk eens moeten opnemen.). Dat doen we vaak zo koud van het papier. Een enkeling kent het nummer, de meesten niet en voor hen is er dus geen referentiekader. We beginnen dan gelijk en up tempo (eh one, eh two, eh one two three four) en vervolgens verdwalen we dan na maat 24 of zo. “Ik ben bij maat 43”, roept Gerard op een gegeven moment en iedereen probeert dan koortsachtig naar het bewuste maatnummer te zoeken en te checken of zij daar óók zijn. Soms wel, vaak niet en dan wordt de chaos nog groter.
Maar na één keer het “rommelig” te hebben doorgeploeterd, hebben we het wel door. En de tweede keer gaat het beter en de derde keer is de structuur van het stuk bekend en kennen we de noten (al spelen we die nog vaak niet...).
Dit jaar hebben we wel veel nieuwe stukken. Ons repertoire is straks zo groot, dat we makkelijk 2 uur kunnen vullen. Dat moeten we ook maar eens gaan doen, denk ik zo. En dan met een nieuwe naam....
Dick
Zomer voorbij.
Naast de weemoed van het afscheid (de zon, de biertjes op het terras, de vrolijke mensen om je heen) is er ook weer het verlangen naar, de nieuwsgierigheid van het nieuwe seizoen. Welke optredens staan ons te wachten, welk repertoire gaan we spelen, hoe moeilijk kan het zijn? En natuurlijk, hoe is het met de rest van de bandleden?
Eigenlijk vreemd hè, je speelt een heel jaar in een ongelofelijk goede harmonie jazzy stukken. En dan komt de zomer als een onverbiddelijke pauze en gedwongen stilstand van 2 maanden.
Gelukkig weet Gerard ons goed te laten afsluiten én opnieuw te laten beginnen. En dat is geen sinecure!!
Want weet, een bigband is geen harmonie- of symfonieorkest, waar de leden – denk ik zo met een beperkte ervaring daarmee – zich een zelf gekozen discipline opleggen. Nee bigbandmusici doen hun eigen ding. Ze spelen dat de vonken er vanaf schieten, maar zijn daarvóór en daarna weinig serieus. En dat moet – denk ik – ook. Solo's, die veelvuldig voorkomen zijn creatieve processen. Prestaties van individuen of soms ook van een duo of trio binnen de band moeten niet teveel gehinderd worden door teveel strakke regels.
Maar goed, we zijn weer begonnen. Dirigent jarig, dus een traktatie! Kennis gemaakt met de nieuwe bandleden (hoera, guitaristen!), geïnformeerd naar de afwezigen, nog even gepraat over de 4e trombonist die we zo missen: “Kent iemand die op de t-bone mee wil en kan spelen?” Oude repertoire doorgespeeld, nieuw repertoire uitgereikt gekregen en gegeind en geroddeld over alles en nog wat.
Dat repertoire. Dat is best lastig. Natuurlijk kun je doen wat elke bigband doet: the American Songbook met wat uitschieters naar vroegere en latere jaren. Maar wij willen wat anders: een beetje van vroeger maar ook veel van nu. En er zijn prachtige bewerkingen voor bigband van songs uit deze en de laatste 3 decennia van vorige eeuw. Voor elk wat wils dus. En met elkaar lukt het ons aardig.
Het is wel gieren van het lachen, als we een stuk voor het eerst spelen (Ik zou het eigenlijk eens moeten opnemen.). Dat doen we vaak zo koud van het papier. Een enkeling kent het nummer, de meesten niet en voor hen is er dus geen referentiekader. We beginnen dan gelijk en up tempo (eh one, eh two, eh one two three four) en vervolgens verdwalen we dan na maat 24 of zo. “Ik ben bij maat 43”, roept Gerard op een gegeven moment en iedereen probeert dan koortsachtig naar het bewuste maatnummer te zoeken en te checken of zij daar óók zijn. Soms wel, vaak niet en dan wordt de chaos nog groter.
Maar na één keer het “rommelig” te hebben doorgeploeterd, hebben we het wel door. En de tweede keer gaat het beter en de derde keer is de structuur van het stuk bekend en kennen we de noten (al spelen we die nog vaak niet...).
Dit jaar hebben we wel veel nieuwe stukken. Ons repertoire is straks zo groot, dat we makkelijk 2 uur kunnen vullen. Dat moeten we ook maar eens gaan doen, denk ik zo. En dan met een nieuwe naam....
Dick