Het moest een nachtegaal voorstellen, het lied dat we inzetten. Eéntje die op een verstild plein in een chique Londense buurt zijn lied zong en die de mensen een romantisch gevoel gaf. Aanvankelijk leek het echter meer op een druk kruispunt in Amsterdam, waar trams door de bochten gieren en auto’s toeteren. Fietsers bellen ongecoördineerd in hun eigen ritme. Een enkele verkeersagent zwaait maar wat in een vergeefse poging de verkeersregels uit te laten voeren.
Toen Vera Lynn het lied A Nightingale sang at Berkely Square in 1941 opnam, werd het direct een succes. WO II was uitgebroken (1940 -1945 voor de "recent born" onder ons) en de mensen zaten in spanning. Op zulke momenten ontstaat er een grote vraag naar dromen, naar vredige romantiek, weg van de ellende van alledag. Vera Lynn was een zangeres, zoals er in die tijd vele waren. Net zoals je nu blijkbaar hoort te zingen met allerlei “adlibs”, zong je toen de melodieën gedragen met veel passie en uithalen. In die tijd werd aan een lied bijna altijd een "verse" toegevoegd, een soort inleidend stukje, vergelijkbaar met een recitativo in de passionen, voordat het eigenlijke lied werd ingezet. Dat werd “freely” gezongen. Voor een band is dat moeilijk te begeleiden als de zangeres het té freely gaat opvatten!
In Nederland hebben we ook dergelijke liedjes. Liedjes die geschreven en uitgevoerd zijn op het juiste moment. Het moment dat mensen er gevoelig voor zijn. Bekend is bijvoorbeeld het lied gezongen door Willy Walden: Als op het Leidseplein de lichtjes ’s avonds branden gaan. Een buitengewoon slechte uitvoering daarvan kun je hier beluisteren. Hoewel het niet daarvoor geschreven was, drukte het wel het verlangen van de Nederlanders uit naar vrede; een tijd, waar alles weer normaal was en je vrolijk en ongedwongen kon zijn, zonder wantrouwen naar elkaar toe. Het lied groeide uit tot een soort verzetslied, een lied dat de situatie bezong zonder bezetters. De ironie wil, dat het lied geschreven is door Jacques Tol, een beroemde en - voor maar ook na de orlog - gewaardeerde tekstschrijver, die echter koos voor de NSB en daarvoor na de oorlog ook gevangen heeft gezeten… Lang geleden allemaal.
Wij zitten nu met die nachtegaal. Het is een mooi lied dat romantisch moet worden gezongen (kunnen we wel overlaten aan onze godin van de jacht..). En volgende week of daarna spelen we met z’n allen zo zacht dat we haar kunnen horen en dan hoeft Gerard z’n oordoppen niet meer in. Want laten we wel wezen: het dirigeren van een enthousiaste bigband is ARBO-technisch een zeer gevaarlijke bezigheid…
Dick