BigBand Coevorden
  • Volgend optreden
  • Home
  • De Bigband
    • Huidige bezetting
    • Ontstaan
    • Waar en wanneer?
  • Mag ik meedoen?
  • Vacatures
  • Contact
  • Bandleden Only

De Laatste...

4/1/2013

 
Na 3,5 half jaar gemiddeld 40 blogs te hebben geschreven, 
is nu de tijd voor een pauze aangebroken.
Vanaf heden verschijnen er tenminste dit seizoen geen blogs meer.
Ik heb het altijd leuk gevonden om te doen en het heeft mij steeds weer verbaasd over hoeveel dingen je iets zinnigs of onzinnigs kunt zeggen. 
Daar ga ik mee door, maar ik zal deze overpeinzingen 
voorlopig voor mijzelf houden.

Dank aan de trouwe lezers voor hun support en commentaren.
Bij deze gaat het blog van de Bigband Coevorden op zwart

































Aflevering 11, jrg. 4

13/12/2012

 
Foto
De kerstboom

Al ver voor Sinterklaas stonden ze er al: de kerstbomen. Omgezaagd in september, vervoerd in oktober, verkocht in november en uitgevallen net voor Kerst…

Een van de voordelen van het wonen in Drenthe is, dat je vers gerooide bomen kunt kopen of bomen-met-kluit, die de dag ervoor eruit gespit zijn.
  Onze boom komt in de laatste week voor kerst in huis en blijft dan staan tot 3 koningen, tenzij de uitval ervan zo hevig is, dat het uiterlijk niet meer in verhouding staat met het noodzakelijke opruimwerk. En elke keer vind ik het jammer als hij weer uit het interieur verdwijnt: de geur, de lichtjes, de knusheid…

Enfin, het is nog niet zo ver. De boom moet er eerst nog komen! Het voorwerk bestaat uit de Kerstmuziek. De radiozenders doen hun best om mij in de goede sfeer te brengen en alle tophits komen langs. Je loopt door het winkelcentrum, waar dan ook, en de kerstmuzak hitst je op om toch maar meer uit te gaan geven. Vanuit alle winkels knipogen talrijke ledlampjes mij uitnodigend toe: kom toch binnen.


Foto
Ook dat hoort bij Kerst: lichtjes. Niet iedereen doet dat even smaakvol overigens. Nu valt er over smaak te twisten, maar vanuit mijn kamer kijk ik recht op een roodverlichte boom. Dat wil zeggen: er is een boompje en dat is vol gehangen met fel brandende rode lichtjes. Overdag wordt de kracht van de leds gecompenseerd door daglicht, maar ’s avonds is het “effe teveel van het goede”. Ik doe de gordijnen dicht… En wat te denken van die tuinen,waar kabouters verlicht worden als zwaar radioactief afval en de herten en sleden daarachter omgeven worden door ritmisch knipperende en veelkleurige lampjes!

Foto
Volgende week repeteren we met de band. We moeten afspreken,dat ieder van ons een rode muts opzet, afgezet met wit bont, voorzien van flikkerende ledjes. En als voorbereiding op ons optreden in Duitsland spelen we ‘Oh Tannenbaum” met een solo van Rieneke op de bas op de strofe “Du grünst nicht nur zur Sommerzeit, Nein, auch im Winter, wenn es schneit.” Gerard zal het geheel met tranen in de ogen leiden. Alhoewel…

Er valt nog veel te repeteren: optredens halverwege januari en begin februari met veel nieuw repertoire vragen nog enige aandacht. We leggen de lat steeds een stukje hoger, merk ik en dat is erg leuk. Het moeilijkste dat we tegenkomen is “licht” spelen. Spelen, alsof het geen moeite kost. Fladderen over moeilijk latinpassages, fluisterend langs bluesy loopjes. Voor mij zelf is één van de kenmerken van swing, dat er noten zijn, die wel gespeeld worden, maar nauwelijks te horen zijn en alleen maar achteloos in het voorbijgaan worden aangeraakt: een nootje erboven, een voorslagje van onder, een triooltje rond de belangrijke noot. Oefenen, oefenen, oefenen dus.

En dan zie je, dat als je een willekeurig melodietje probeert te reproduceren op je instrument,je die versieringen al automatisch aanbrengt, zo als een zangeres adlips zingt en het zelf al niet meer doorheeft.
Ik ga het maar weer eens proberen. Band in a Box is gestart en “Have yourself a merry little Christmas (in Eb, want ik ben gemakzuchtig) staat voor. Maar eigenlijk past de tekst van “My two front teeth” beter bij het moderne kerstfeest


Dick


Aflevering 10, jrg. 4

6/12/2012

 
Foto
Er tussen in…

We zitten er weer tussenin. Ik bedoel tussen Sinterklaas en Kerst. Het is zo’n verloren periode, een interbellum, waarin je bijkomt van de zoetigheden van de Sint en je voorbereid op het familiegebeuren met Kerst. “Wat eten we?”, “wie komt bij wie en waar?” Je probeert conflicten te vermijden en het leuke van deze uitspraak is, dat ik hem niet hoef toe te lichten. Iedereen weet waarover ik het heb en kent zijn eigen knelpunten…

De kerstmuziek kan weer opgezet worden. Op 6 december ’s morgensom 0.15 uur zat ik in de auto op weg naar huis en luisterde ik naar Skyradio. Ik had alle tijd, want het sneeuwde als een gek en de snelheid van het verkeer was gedaald topt 60 km p/u op de grote weg. En ja hoor, Sinterklaasavond is voorbij en Sky gaat over op Kerstmuziek. Ik moet zeggen: heerlijk. Sinterklaasliedjes zijn echt kinderliedjes, zeker de traditionele exemplaren: “Zie ginds komt de stoomboot”, “Daar wordt aan de deur geklopt”, “zachtjes gaan de paardevoetjes…” Als je als volwassene gedwongen wordt om dit soort teksten mee te zingen, bekruipt mij altijd een gevoel van plaatsvervangende schaamte, zeker als er geen kleine kinderen in de nabijheid zijn! Ik ontkwam er dit jaar ook niet aan. “Dank u Sinterklaasje”, kwam schoorvoetend en in het meest lage register en zonder enige ademsteun mijn keelgat uit. Schichtig keek ik om mij heen (alleen maar blije gezichten). Eentje begon er bij te klappen. NEEEEE…

Dan de kerstmuziek. Gelukkig. Kerst is natuurlijk van oorsprong een christelijk feest en daarom hebben “echte” componisten zich aan Kerstmuziek gewaagd. Je kent alle klassiek repertoire, daarover wil ik het niet hebben. Iets minder oud, maar voor vele van ons toch voor hun verwekking, is de muziek uit het Interbellum, de tijd tussen WO I en WO II. Daar werd ook “klassieke” muziek gecomponeerd, die soms absoluut niet klassiek maar baanbrekend was (Schönberg) en soms wonderbaarlijk mooi en romantisch (Ravel). Toch wordt het Interbellum het meest in verband gebracht met de ontwikkeling van de Jazz. De dixieland, de Blues, de Ragtime en daarna de improvisaties. Het Interbellum was geen periode van geluk en voorspoed. Ook toen kende ze een crisis: de Beurskrach van1929. De jaren daar naar toe en de jaren daarna vormde een vruchtbare basis voor het ontstaan van nieuwe muziekvormen. Dat belooft wat voor de komende jaren, denk ik dan, want “onze” crisis is dieper dan die van 29 (maar wel eerder verwacht en beter (nou ja…) opgevangen).

Populaire Kerstmuziek van nu komt uit die tijd, zoals WhiteChristmas, I’ll be home for Christmas en Carol Bells, hoewel de meeste christmassongs net na WO II zijn gelanceerd. Er is een leuke site, waar alle teksten van Xmassongs én de daarbij behorende filmpjes te zien zijn. Stemmige achtergrond muziek om af te spelen,terwijl je aan het surfen bent…

En oh, ja! Bigbandmuziek is ook ontstaan in het Interbellum!

Dick 

Aflevering 9, jrg. 4

28/11/2012

 
Foto
Mooi, niet mooi

Hoi, daar ben ik weer. Ja, het is een paar weken rustig geweest en over het waarom heb ik al geschreven. Nu zijn de inkopen gedaan, de cadeautjes ingepakt en de gedichten geschreven en kan ik mij weer wijden aan de proza. 

Dat dichten is trouwens wel leuk werk. Ja, natuurlijk is er de bekende Sinterklaasrijm: Sint zat te denken, wat hij jou zou schenken… Maar leuker zijn de gedichten á la Annie M.G.: 

strootjes, lootjes, nootjes! 
Wat drommel, waar zijn de kadootjes! 


Ik ben wel een liefhebber van haar. In elk gedicht, of het nu voor kinderen is of voor volwassenen, of het nu bedoeld is om voor te lezen of om te zingen, altijd zit er een verborgen humor in. Altijd zie je haar met een ingehouden grijns de mensen op de hak nemen, zonder ze te kwetsen. Zelfspot en relativeringsvermogen zijn daar de voorwaarden voor en die eigenschappen heeft niet iedereen.

Hoewel Sinterklaas het volgens  “de pers” dreigt te verliezen van Kerstmis (niet de kerst-”man”, want eigenlijk hoor je mensen daar nooit over praten. Het gaat met kerst om de sfeer, de boom en eventueel de cadeaus eronder), ergens, diep in ons wezen, is Sinterklaas voor eeuwig verankerd. Elk verhaal over de Sint levert wel een glimlach op. Sinterklaas hoort bij onze cultuur. En overal ter wereld wordt Sinterklaas gevierd in de Hollandse Clubs en de Ambassades. Ik zou wel eens willen weten hoe de gemiddelde buitenlander aankijkt tegen onze zwarte pieten met die grote zakken op de rug. Ik denk hetzelfde als wij bijvoorbeeld de Schotse tradities of historische optochten in Spanje bekijken. 

Foto
Tradities zijn er natuurlijk in de muziek ook. Ik denk daarbij aan het Nieuwjaarsconcert in Wenen, de de vele uitvoeringen van het Weihnachtsoratorium rond Kerst,  de slotnummers  van de Prinsengrachtconcerten en het bevrijdingsconcert op de Amstel. Publiek wacht erop, klaar om het uit volle borst mee te kunnen zingen. Een poosje heb ik gedacht, dat ook de Bigband Coevorden een traditie aan het invoeren was. De laatste concerten eindigden we tenslotte altijd met “Knock on Wood”, om het publiek nog even een stevige boost te geven richting huis. Maar dat lijkt het toch niet te worden. Steeds meer dansbare muziek sluipt ons repertoire binnen. Ik blij, natuurlijk en het publiek ook. Lange ingewikkelde solo’s, hoe goed bedoeld ook, geven meer voldoening aan de uitvoerenden, dan aan het publiek (tenzij het kenners zijn natuurlijk). Het publiek wil makkelijk toegankelijke muziek horen. Muziek, waarvoor de musicus/criticus (soms stiekem, want au fond  is het een beleefd mens) zijn neus ophaalt. 

Het zijn twee werelden. Ik luister anders naar muziek, dan – bijvoorbeeld - mijn partner. Zij ervaart het, ik analyseer het: wie heeft er gelijk? Juist, ja. Muziek gaat tenslotte over gevoel en niet over techniek. Daarom vindt “het publiek” een mooi gezongen “Edelweiss”, mooier dan een voortreffelijke uitvoering van Götterdämmerung van Wagner (dit fragment duurt “maar” 4,5 uur…). Maar toch, een goede bigband is altijd mooi, hoe ingewikkeld het arrangement ook is.

Dick


Aflevering 8, jrg. 4

9/11/2012

 
Foto
Vroemmm

Op de foto in je vorige brief kon ik niet goed zien of er nog witte wijn in het glas zat of niet. Beter van niet, omdat het beter is voor je smartphone én omdat dan het geluid meer ruimte krijgt. Sinds ik saxles heb gekregen van Jan Janning, weet ik veel meer over de vorm, vulling en plaatsing van klankkasten. Hij is een expert op het maken van geluidsboxen en hoort meer in een box dan jij en ik ooit zullen waarnemen. Die geluidskasten zitten natuurlijk ook in het drumstel van onze drummer. Onze dirigent hoort dat ook en heeft vaak speciale wensen over het gebruik van deze trommels. Dat is een leuk proces. Zijn opvattingen over percussiegebruik bij jazz zijn andere, dan de pop- en rockopvattingen van Herralt. En mijn ideeën over drumbegeleiding wijken weer af van die van hun. Zelf ben ik een ballad-man: slow Bossa’s, romantische jazzballads, emotievolle Fado’s, melancholieke Tango’s en vertederende folkssongs liggen meer in mijn lijn en vragen dus om brushes. Brushes zijn de hedendaagse slagwerker vreemd. Die dingen hoor je haast niet. En tussen al dat electronisch geweld van nowadays is het gekras van een paar sprietjes ijzer niet waar te nemen. Roffels daarentegen doen het goed. Ook bij bigbands. De roffel kondigt de blazers aan, dat er een einde komt aan wat dan ook: het nummer, de frase, de solo of de drummer zelf. 

Foto
“Het moet klinken als Vroemmm”, roept Gerard dan en wij associëren. Waar doet Vroemmm ons aan denken? Een beginnende bromfietsrijder, die de werking van zijn gashandel uitprobeert? Het geluid van een passerende straaljager op geringe hoogte, waar we hier regelmatig van mogen genieten? Of toch meer het storten van een bak net geoogste aardappelen in een lege container? Tijdens de repetitie hebben we ons een kwartiertje beziggehouden met het interpreteren van de wens van de dirigent. De conclusie was, dat Gerard een roffel bedoelde die het gevolg was van het met niet te grote spanning vasthouden van een drumstick op een strak gespannen vel van de snaredrum na daling met middelmatige snelheid van deze in de richting van de gewenste plek. Als je wilt weten hoe dat klinkt, kom dan zaterdagavond naar CQ Emmen. Daar spelen we een uitgebreid programma op het flowerpowerfeest. Weinig flower, maar veel power. Onze muziek is niet zo lief, als je je meestal voorstelt bij het begrip Flowerpower. We zullen het daarom moeten zoeken in de uitdossing van onszelf. Gerard mailde ons al enige voorbeelden en ik heb al een bezoekje gebracht aan mijn moeder in de hoop, dat zij de kleren uit die tijd nog bewaard heeft, omdat moeders vaak hun herinneringen ook met stoffelijke zaken op zolder koesteren. Maar nee…
Achteraf denk ik, dat de wijde broeken met breed uitlopende pijpen uit die tijd mij nu te strak zouden zijn en dat de superruime shirts van toen, mijn lijf nu strak zouden omgorden, dus gelukkig maar.

Zaterdag beginnen we om 8 uur en we spelen meer dan een uur, verspreid over de hele avond. Leuk! En er zijn kaarten te kopen aan de zaal.
Ik weet, dat jij er ook zal zijn. Met je Lefreque en je bronzen trompet en dat is op zichzelf al een reden voor mensen om te komen vind je niet?

Groet,
Dick


Aflevering 7, jrg. 4

2/11/2012

 
Foto
Stilte

Coevorden, 1 november 2012

Och man, breek me de bek niet open. Druk, druk, druk… Met werk, ja. Dit nummer is niet op mij van toepassing. Maar dat doe ik natuurlijk mezelf gewoon aan. Daarbij ondersteund door mijn enthousiasme en verantwoordelijkheidsgevoel. En ambitie, en..

Ja, soms zit je gewoon jezelf in de weg. Ik kan me voorstellen dat zo’n gebied zonder 3G en Wifi je eigenlijk verplicht tot wat rust. Zou voor mij ook niet gek zijn. Als ik mijn werk al af heb, bedenk ik wel iets voor muziek of de tuin. Even rustig zitten, zit er niet in. Ik heb nog zoveel te doen. Volgens mij werkt mijn hoofd continu door. Denk ik niet over het werk, dan vallen me melodieën in voor nieuwe liedjes. Of bedenk ik dat ik toch het gras nog moet maaien. Af en toe in de auto zet ik de radio uit. Dan rijd ik van Groningen naar Coevorden in complete, nou ja compleet, stilte. Slechts het geruis van de rijwind en banden hoor je. En dan is het wel heel quiet.

Misschien is het weer tijd voor vakantie. De vakantie die jij beschrijft doet me denken aan een vakantie van heel vroeger. Nou, voor mij van heel vroeger. We gingen toen naar Vlieland. Dat was me toch een megareis. Eerst helemaal vanuit Assen, want daar woonden we toen, naar Harlingen toe. Dan zit je als klein kind al uuuuuren in de auto en kom je bij de zee aan. Bij een echte haven. Kun je je voorstellen hoe magisch zoiets is? Je ziet ineens een hele nieuwe wereld. En dan mag je ook nog op de boot. De vakantie kon op dat moment al niet stuk. Wat ik me daarvan ook nog goed kan herinneren is dat we, op Vlieland aangekomen, op een kar klommen en dat die door een tractor getrokken werd. En voor ons ook zo’n tractor met wagens. En achter ons ook al. Allemaal in colonne naar camping Stortemelk.

Van de foto’s weet ik dat we daar veel naar het strand zijn geweest en dat we ook gefietst hebben. Veel meer weet ik er niet van, behalve dan dat er twee mannen waren die verhaaltjes vertelden voor het slapengaan. Zij noemden zich de zomerburgemeesters van Vlieland.

Een aantal(?) jaren later, zagen we ze op tv. Het bleken de heren van Circus Custers te zijn. Natuurlijk was ons hele gezin direct fan.

De laatste jaren gingen we op vakantie naar Frankrijk. Daar reden we natuurlijk naar vele leuke dorpjes toe en onderweg ging de Franse radio aan. In 2009 ontdekten we zo Coeur de Pirate. Dat was zo vaak op de radio te horen, dat we het aan het eind van de vakantie konden meezingen. De radio is zo’n leuke manier om nieuwe muziek te ontdekken. Tenminste als het radiostation waarnaar je luistert nieuwe muziek draait. Thuis gekomen zoek ik dan dat bandje met dat nummer op op internet. En dan klik je door naar een aanbeveling van YouTube en kom je zomaar op weer een andere artiest. Zo vind je de leukste pareltjes.

Maar op vakantie hebben we ook vaak muziek aan staan. De laatste jaren tenminste. Want nu kunnen de telefoons het goed laten horen en kun je voldoende muziek op je telefoon zetten. Dat klinkt niet altijd goed, maar daar hebben we een oplossing voor verzonnen (foto). En we gingen dan met de jongens (10 en 12 jaar) dobbelen en kaarten. Tot het te donker was om nog wat te zien. Dan ging de hele familie naar bed. En ik bleef nog even zitten met een glas wijn. Genietend van de stilte.

Johan Boekema


Aflevering 6, jrg. 4

21/10/2012

 
Foto
Long time ago…                                                                                                      

                                                                     Noord-Sleen 13-10-12

Beste Johan,

Sorry, dat ik wat traag reageer op je laatste brief. We hebben het ook zo druk in het begin van het verenigingsjaar, jij en ik. Natuurlijk is er wel een verschil. Jij bent druk met werken, ik ben druk met vakantie vieren. Ergens in het zuiden des lands en op een plek, waar 3G en Wifi nog niet beschikbaar zijn. Dat is balen. Er moeten nog midibestanden gemaakt en ge-upload worden voor de kerstuitvoering en de website van de bigband moet nog geschoond worden. En ik had me voorgenomen een wervende tekst te schrijven om mensen uit te nodigen vooral nu al kaarten te kopen voor onze uitvoering samen met de Ierse groep Porterhouse in het Hofpoorttheater. De voorraad slinkt al snel en waarschijnlijk zullen aan de zaal nog maar weinig kaarten beschikbaar zijn. Maar ik heb dat allemaal niet kunnen doen. Ik heb nooit kunnen vermoeden, dat een mens zo afhankelijk kan worden van een internetverbinding! Gedurende deze week heb ik mij vaak af zitten vragen, hoe we dat dan vroeger deden? Had ik nou internet gehad, dan had ik dat even opgezocht. Wikipedia is er goed voor! Maar dat kon dus niet. Dus heel ouderwets, liggend in mijn luxe terrasmeubilair (zo stond het in de folder…) en in het najaarszonnetje heb ik mijn geheugen moeten gebruiken. Nu is dat wel een getraind geheugen (grapje). Daar helpen allerlei hulpprogrammaatjes op het www mij bij. Maar toch…

Ik herinner me vakanties in de jaren 50, waar de bagage een week van te voren in een supergrote hutkoffer met van Gend & Loos naar het vakantiehuisje werd gebracht. Een dag of twee voor ons vertrek brachten wij de fietsen naar het station. Die kregen dan een geel plaatje achterop, waar de bestemming op werd vermeld. Wij reisden met de trein naar het station dat het dichts bij de vakantiebestemming was, hoopten, dat onze fietsen waren gearriveerd (soms wel, soms niet, De NS had toen al moeite met de logistiek) en fietsten vervolgens de laatste 20 km met volgepropte canvas zijtassen (geen plastic!) naar ons vakantiehuisje, hopende dat het niet zou tegenvallen, want folders van die oorden waren er nog niet. Soms zie ik nog wel eens een foto uit die tijd. Ondergetekende met broers en zuster, allemaal in de zelfde zelfgebreide truien met horizontale banen, die – naar ik later begreep – het makkelijkst waren te breien. 


Foto
En wat deden we daar dan? Bomen klimmen, kuilen graven, wandelen en fietsen, wat met een bal spelen (waarschijnlijk van kinderen uit het huisje naast ons, want wij hadden geen bal bij ons. Nou ja, een plastic balletje ter grootte van een fors uitgevallen tennisbal. Die kon nog wel mee).
En lezen. We lazen veel. Nee, fout, geen strips! Hoewel, we waren geabonneerd op Donald Duck en die ging wel mee. Als boek las ik de serie van Karl May (Old Shatterhand en Winnetou) en Arendsoog. En ook de avonturen van De Vijf werden door mij gespeld, naast de boeken van Bob Everts. Wie kent ze nog? Jij? Muziek werd er niet gemaakt. Mijn moeder speelde goed piano, maar dat deed ze alleen thuis op een oude – dus valse – Franse – dat is dubbelop – piano. Ze speelde dan geen klassieke muziek, maar vooral liedjes, die toen al “evergreens” werden genoemd. Maar op vakantie ging de piano niet mee en keyboards bestonden nog niet. Ik had wel een klarinet. Maar vakantie is vakantie. Eindelijk hoefde ik niet bang te zijn dat ik aan het einde van de week een nieuwe smoes moest verzinnen omdat ik mijn etudes niet kon spelen. Hoe heetten die boeken ook al weer: Robert Kietzer? Vreselijk. We speelden ’s avonds bordspelletjes: trictrac, mensch erger je niet, ganzebord en  dammen. Van kaarten bouwden we alleen torens, die bij het minste of geringste zuchtje wind in elkaar vielen. Later leerde ik Canasta van mijn grootmoeder. Je hoort daar nooit meer van. Speel jij dat spel? Ik hoor het wel. Nu ga ik de eerdergenoemde werkzaamheden maar eens oppakken. Ik zet er een lekker muziekje bij op (o.a. “my funny Valentine”, dat ken je natuurlijk) en dan gaat het vlot,

Hartelijke groet,

Dick


Aflevering 5 jrg. 4

15/10/2012

 
Foto
Beste Dick,

Afgelopen weekend mocht ik meedoen met Sw!ng-!nn 2012. Het was een dag waarbij ongeveer 80 muzikanten uit Drenthe en ver daarbuiten samen kwamen in Beilen om lichte muziek (swing) te spelen in Beilen. We hebben de hele dag gerepeteerd aan drie stukken van Henri Gerrits, Joan Reinders en Jan Wessels. ’s Avonds deden we mee aan het concert waar ook Broken Brass Ensemble en Martijje aan meededen. De jongens van Broken Brass speelden muziek a la Youngblood Brass Band. Funky, rocky, jazzy en vooral met heeeeeel veel energie. Martijje zingt Drezz (Drents en Jazz) en ze werd zaterdag begeleid door een geweldige gitarist: Rob Tamboer. Rob had een van zijn snaren vervangen door een bassnaar. Daardoor kreeg hij een heel mooi vol geluid (inclusief basloopjes). Wat mij betreft een zeer inspirerende dag.

Martijje was trouwens iets meer brunette en iets meer zwanger dan op de foto.

Joan Reinders had een modaal stuk gemaakt. Het was een soort sfeerbeeld van een moment dat hij op een workshop in Duitsland was. Improviseren daarop leek me best lastig. Die kerktoonladders heb ik wel ooit geleerd, maar om daar zo even op te improviseren… Het nummer van Jan Wessels was een cha cha. Zuid-Amerikaanse ritmes en bijbehorende energie. Geweldige trompettist en docent trouwens, die Jan. Maar daarover later meer. Henri had een swing geschreven met als titel Op de hei, maar dan in het Engels. Op dat stuk mocht ik een improvisatie doen.

Dus dan speel je het stuk voor de tweede keer en ga je improviseren. Nou, daar kwam dus niets van terecht. Terwijl het best een eenvoudig schema was. De tweede keer ging het al wel iets beter, maar ik was er nog lang niet tevreden over. Uiteindelijk was ik over de improvisatie tijdens het concert het meest tevreden. Het was dus niet zoals jij zegt het rustig aan maat voor maat ontwikkelen, maar meer het incorporeren van de muziek. Daardoor hoef je niet meer de maten te tellen en de akkoorden te bekijken. Een soort uit het hoofd leren van de begeleiding, zodat je de melodieën kan aanpassen.

Hoe het precies werkt weet ik niet, maar voor mij komt het erop neer dat ik het nummer een paar keer goed moet beluisteren voordat ik een improvisatie van betekenis kan neerzetten.

Waar ik nog wel eens mee bezig ben is verschillende loopjes in verschillende toonsoorten proberen. Gewoon kleine stukjes. Die speel je dan zo vaak door dat je ze op elk willekeurig moment kunt reproduceren. Jan Wessels zei zaterdag ook nog tegen me dat nog wat leuke licks voor me had. Dat was nadat hij me vertelde hoe ik met compressie, lipspanning en ademsteun moest omgaan. En hij liet me dat met allerlei voorbeelden horen. Wat kan die man spelen! En wat leer je veel van zo iemand. En dat in maar een paar minuten. Heel inspirerend.

Vorige week was ik voor mijn werk in het buitenland, maar deze week mag ik gelukkig weer repeteren met Bigband Coevorden en ook Bigband Emmen. In Emmen wordt er dan weer eens andere muziek gespeeld. Net zoals jij doet met The Blue Goose Revivalband. Alleen andere muziek natuurlijk, zoals Demasiado Corazon. En donderdag aanstaande speel ik mee met Dirty Boulevard. Ze hadden een optreden maar de trompettist had afgezegd. Nu mag ik zomaar in het Euroborg stadion spelen. In de parkeergarage weliswaar, maar toch, een echt stadion-optreden ;-)

Het is onderhand zo leuk, al die muziek. Ik zou er best meer tijd aan willen besteden. Helaas moet ik ook af en toe werken.

Groet,

Johan



Aflevering 4, 4e jrg.

27/9/2012

 
Foto
Noord-Sleen, 26-09-2012

Beste Johan,

In je laatste brief had je het over Herman Brood en zijn bigband-versie van Saterday Night. Daar is een Nederlandse vertaling van gemaakt door Harm Dijkstra en dat is door hem diverse keren uitgevoerd. De solo daarin heb ik een paar keer mogen spelen. Een vreselijke improvisatie. Waarschijnlijk geschreven door een niet-jazzmusicus. Wat ik ook probeerde, ik kreeg de swing er niet in. Dat kan natuurlijk ook aan mij gelegen hebben…. Ik geloof, dat muziek pas echt gaat swingen, als je het thema, goed in je hoofd hebt zitten en in staat bent op elk moment in elke maat terug te keren naar de oorspronkelijke melodie. Dan ben je los van de bladmuziek en kun je je concentreren op de emotie in de muziek. Zelf probeer ik bij mijn improvisaties de songs steeds weer te spelen om dan heel voorzichtig, maat voor maat, de improvisatie te ontwikkelen. Hoe doe jij dat? Bij mij werkt deze methode redelijk. Ze vraagt wel veel oefenen. Daarnaast maakt deze werkwijze, dat je bepaalde versieringen zo in je vingers hebt zitten, dat je die er haast niet meer uitkrijgt. Vorige week was ik met Jans samen aanwezig bij de oprichting van een nieuwe band: The Blue Goose Revivalband. Tot mijn vreugde werd als eerste het nummer “You Took Advantage Of Me” uitgedeeld. Die evergreen speel ik thuis vaak: vrolijk, ongecompliceerd en een helder akkoordenschema. Maar bij het oefenen van de tenorpartij, merkte ik, dat mijn vingers iets anders wilden, dan mijn ogen doorgaven. Afleren is moeilijker dan aanleren…


Foto
De Blue Goose Revivalband gaat oude jazz spelen uit de jaren twintig van de vorige eeuw. Het is de muziek die je vaak onder stomme films hoort spelen. Slapstickachtige effecten met trommeltjes en bekkens, een bas-tuba. Leuke muziek, dat wel. Maar jazzy??? Je hoort in die muziek duidelijk de invloeden van klassieke opvattingen over arrangementen. Improvisaties zijn zeldzaam en de “swing” is een andere swing, dan in een bigband. Het is meer vrolijke of romantische dansmuziek, dan een opzwepende en overweldigende muzikale ervaring. En of dat op den duur nog leuk is om te spelen, zal zich uitwijzen. Ik houd wel van de variatie van onze eigen bigbandmuziek. Neem nu de nieuwe nummers. My Funny Valentine is een klassieker, die zowel instrumentaal als gezongen grote successen heeft laten boeken door bijvoorbeeld Chet Baker, Miles Davis, onze eigen Rita Reys (voor de senioren) en Fay Claassen (voor de bijna senioren), enz, enz, enz.. Daarnaast is er een nummer met de feestelijke naam Salsa Nueva en dat klinkt zoals de naam doet vermoeden: latin. En tot slot is Street Life toegevoegd aan ons repertoire. Ik kende dat nummer niet en dat leverde dus hoongelach op in de band. Het schijnt een heel bekend nummer te zijn. Nou ja, nu ken ik het ook en ik moet zeggen: het is een heerlijk nummer om te spelen. Als je deze nummers vergelijkt met het jazzrepertoire van de bands uit de twintiger jaren van de vorige eeuw hoor je het verschil wel. Luister eens naar Lew Stone, of Paul Whiteman.

Tot spoedig,

Dick


Aflevering 3, jrg. 4

20/9/2012

 
Foto
Hard werken

Beste Dick,

Geroesemoes tijdens een klassiek orkest? Nee, dat is not done. Not done. Wat is nu precies not done. Er zijn best veel ongeschreven regels waar we ons aan ‘moeten’ houden. En waarom eigenlijk. Omdat het zo hoort. Maar als je iets doet wat niet zo hoort. Ben je dan niet op ontdekkingsreis. En ontdek je dan niet hele mooie dingen in de wereld of juist iets over jezelf? Soms best wel wat werk maar dan heb je ook wat. Dat geldt niet voor alles natuurlijk.

Weet je, ooit ben ik eens de zaal uitgelopen bij een klassiek concert. Dat is natuurlijk not done. Precies zoals je beschreef. Er mag een kuchje zijn tussendoor. Maar dat is zo’n beetje alles. Wat ik daar heel irritant aan vind, is de verplichte ovatie – een ovatie is altijd staand. Spreken over een “staande ovatie” is een pleonasme -  aan het eind van de voorstelling. Of het nu goed is of slecht, het publiek gaat staan en juichen. Nee, dan liever jazz. Is het mooi of speelt iemand goed? Dan applaudisseren we. En inderdaad met een drankje (of meer) in de hand.



Het optreden waar ik weggelopen was, was trouwens een uitvoering van het pianoconcert van Gershwin. Je hoort de kruising tussen klassiek (romantiek) en jazz in het stuk. De pianist moet heel wat werk verzetten om dit goed te spelen.

Toen ik het live hoorde, was de jazz heel ver te zoeken. Terwijl je juist zo mooi de twee stijlen kunt mixen in het nummer. Maar ach, dat is lang geleden. Maar zo zie je wel dat er meer cross-overs zijn dan alleen jazz en folk, zoals wij op 9 februari laten horen. Zelf vond ik het album van Herman Brood met big band ontzettend mooi. Van rock naar swing. Heerlijk. Volgens mij gebeurt het vaker dan we denken. Veel meer stijlen die in elkaar overlopen.

Sowieso vind ik het leuk als verschillen bij elkaar komen. Of dat nu muziekstijlen zijn, of mensen die ogenschijnlijk niets delen. Zoals afgelopen zaterdag. Veel bezoekers waren er niet en we hadden best wel langer mogen spelen, maar het leuke van zo’n evenement is wel dat een heleboel (nou ja, een aantal) mensen zich verzamelen vanuit verschillende ideeën om samen zoiets ongrijpbaars als cultuur te beleven. De cultuur in dit gedeelte van het land heeft wel-is-waar een hoog “doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg” en “de kat uit de boom kijken” gehalte, maar dat betekent tegelijkertijd dat degenen die naar je komen kijken en luisteren oprecht geïnteresseerd zijn.

“Niet lullen maar poetsen” is ook zo’n ding dat bij Zuidoost Drenthe hoort. Hard werken! Ik doe er lustig aan mee. Soms zelfs iets te enthousiast. En dat resulteert dan ook weer in die hoge noten die nog nauwelijks te horen zijn en de arrangeur nooit zo bedoeld heeft. Maar, mijn god, wat is dat leuk om te doen!

Hard werken. Muziek maken. Arrangeren. Dat is niet hard werken. Dat is leuk. Dat is een hobby. Alhoewel ik me wel afvraag of alle beroepsmuzikanten het nog als plezier kunnen ervaren. Zo’n man als Wouter Hamel moet wel elke dag het land door crossen om ergens weer een paar nummers (steeds dezelfde) te zingen. Is het dan nog leuk?  Nu je het zo zegt, we zouden best wel eens Wouter Hamel kunnen uitnodigen. Ik heb inmiddels twee optredens van hem mee mogen maken. Eenmaal in het theater en een keer samen met JazzArt Orchestra in Zwolle. En hij kan best zingen. Dus wat dat betreft.

Maar laten we eerst maar eens een optreden in november en ons gezamenlijke optreden met Porterhouse voorbereiden. Oh, en het koper aanvullen tot een volledige bigband bezetting. En donateurs en sponsoren zoeken. En organiseren van optredens en…

Dat wordt nog best hard werken.

Groet,

Johan

<<Previous
    Foto
    Picture
    Foto

    RSS-feed

    Archives

    Januari 2013
    December 2012
    November 2012
    Oktober 2012
    September 2012
    Juli 2012
    Juni 2012
    Mei 2012
    April 2012
    Maart 2012
    Februari 2012
    Januari 2012
    December 2011
    November 2011
    Oktober 2011
    September 2011
    Juni 2011
    Mei 2011
    April 2011
    Maart 2011
    Februari 2011
    Januari 2011
    December 2010
    November 2010
    Oktober 2010
    September 2010
    Augustus 2010
    Juni 2010
    Mei 2010
    April 2010
    Maart 2010
    Februari 2010
    Januari 2010
    December 2009
    November 2009
    Oktober 2009
    September 2009

Photos used under Creative Commons from DJ Buck, maartmeester